Kees de Kort en ikonen

Kees de Kort en ikonen

Kees de Kort en ikonen – een vertaling van het bijbelverhaal

In het Bijbels Museum is op dit moment een expositie te zien met eeuwenoude ikonen en werken van Kees de Kort. Hoe zijn deze, toch zo verschillende werken bij elkaar gekomen?  En dan ook nog in het Bijbels museum in Amsterdam?

Een tijd geleden was de expositiecommissie van het Ikonenmuseum aan het brainstormen over een samenwerking met een hedendaagse kunstenaar. De naam Kees de Kort werd genoemd en we waren meteen enthousiast. Al snel bleek dat het Bijbels Museum ook van plan was een expositie te organiseren rondom Kees de Kort en na een ontmoeting tussen Amsterdam en Kampen was de samenwerking een feit.

Vanaf eind jaren zestig groeiden generaties op met Bijbels geïllustreerd door kunstenaar Kees de Kort (Bergen, 1934). De voor hem kenmerkende stijl ontwikkelde De Kort door tekenende kinderen te observeren. De Kort schildert geen plaatjes bij het verhaal, hij schildert het verhaal. Zijn werken dragen de essentie van de Bijbelverhalen met zich mee. Ze ademen tijdloosheid. Er is weinig uitleg bij nodig. Het ís het Bijbelverhaal. Het werk van De Kort kan daarom ook wel worden beschouwd als een Bijbelvertaling. Bij veel religieuze kunst is er sprake van interpretatie, van uitleg, van illustratie. Daar zijn stappen gezet tussen het Bijbelverhaal en de kunst zelf. Bij De Kort niet.

Ook voor traditionele ikonen geldt dat deze niet bedoeld zijn als illustraties of interpretaties. Een ikoon is geen interpretatie van het heilige, maar representeert het heilige. De Kort kon zijn eigen vorm en werkwijze vaststellen en maakte met zijn werk ‘ikonen van zijn tijd’. De traditionele en de nieuwe ikonen brengen de cruciale verhalen uit het christendom tot leven, waarbij de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen beide kunstvormen in de tentoonstelling zichtbaar worden. Een belangrijke overeenkomst tussen de twee benaderingen is dat de Bijbel op een zeer visuele manier wordt benaderd.

Op de posters en flyers voor de expositie zijn de beide afbeeldingen van de ‘Intocht van Christus in Jeruzalem’ afgebeeld (afb. 1, 2). Het mooie is dat het zowel bij de ikoon als bij het werk van Kees de Kort meteen duidelijk is dat het hier om het feest van Palmpasen gaat. Op de zondag voor Pasen (Palmpasen) wordt de feestelijke intocht van Christus in de stad Jeruzalem gevierd. Het woord Pasen is afgeleid van Pascha of Pesach, het joodse feest waarin de uittocht uit de slavernij uit Egypte wordt herdacht. In de christelijke traditie is het verbonden met de kruisiging, dood en opstanding van Jezus, die in de Paastijd plaatsvonden.

Op beide werken is centraal Jezus te zien, die gezeten op een ezel naar Jeruzalem rijdt. Er worden jassen op de grond gelegd en er zijn mensen aanwezig.

Toch zijn er ook verschillen. Op de afbeeldingen van Kees de Kort is nog niets te zien van wat er een paar dagen later gaat gebeuren. Er is feest, er wordt gezwaaid met palmtakken, mensen juichen. Op de ikoon ziet het er anders uit. Hier lijkt al wel zichtbaar wat er gebeuren gaat. Christus rijdt voorop, een groep volgelingen staat achter hem. De poort van Jeruzalem is een groot zwart gat. De stad in de achtergrond is chaotisch opgezet, heel anders dan meestal op ikonen te zien is. De mensen in de stadspoort lijken geen ruimte te maken voor Christus maar blijven staan.

Ook bij de Hemelvaart van Christus valt op hoe iconisch de illustraties van De Kort zijn. De laat-zestiende-eeuwse ikoon van het Ikonenmuseum Kampen laat de traditionele iconografie van Hemelvaart zien (afb. 3). Christus is niet meer afgebeeld in zijn menselijke gedaanten, gekleed in een rood onderkleed en een blauwe mantel, maar als goddelijke Christus, omgeven door een gouden mandorla.

De nadruk op deze ikoon ligt echter niet bij Christus, maar bij de achtergebleven figuren in het onderste register. Het zijn de Moeder Gods en de discipelen, begeleid door engelen. Zij vormen de nieuwe kerk die verder moet met het werk van Christus.

Kees de Kort vertelt dezelfde essentie van hetzelfde verhaal in twee illustraties (afb. 4, 5).  Op de eerste staat Jezus, door De Kort altijd in het wit getekend, samen met zes van zijn discipelen op de Olijfberg – hier afgebeeld als een licht glooiend groen vlak. De achtergrond bestaat uit niets anders dan een helblauwe lucht. Op de tweede tekening is Jezus verdwenen, terwijl zijn leerlingen vertwijfeld toekijken. Heel eenvoudig, maar net zo sprekend. Er is geen tekst nodig om dit te begrijpen.

Tot slot stuitten we bij het maken van de expositie nog op een opmerkelijke overeenkomst tussen ikonen en de werken van Kees de Kort. Soms wordt gekozen om het Bijbelverhaal niet letterlijk weer te geven in het beeld, omdat de essentie van het verhaal breder is dan alleen de tekst. Er wordt dan een element aan toegevoegd dat niet in het verhaal voorkomt, maar wel essentieel is voor de betekenis ervan. Dat is te zien op de ikoon van Pinksteren (afb. 6). De discipelen zitten in een halve kring rondom de Moeder Gods, Maria. De kleine vlammetjes laten zien dat de Heilige Geest net op hen is neergedaald. Een van de discipelen op de ikoon is Paulus. Paulus was weliswaar helemaal niet aanwezig bij het verhaal in Handelingen, maar is zo belangrijk voor de start van het Christendom dat hij een prominente plaats heeft gekregen in de iconografie van Pinksteren.

En ook de laatste illustratie van Kees de Kort over het Pinksterfeest is een bijzondere (afb. 7). Deze is namelijk niet te vinden in de Kijkbijbel. Op de gouache is de betekenis van het Pinksterfeest te zien voor de mensen in het hier en nu. Een stad, een fiets tegen de muur en mensen die bij elkaar komen. Iemand die iets vertelt, anderen luisteren. Waarom deze afbeelding niet in het boek is gekomen? Omdat hij niet in de Bijbel voorkomt. Maar wel in deze expositie, hij verbindt met het nu.

De expositie is nog tot t/m 1 juni 2020 te zien in het Bijbels Museum Amsterdam.

(Auteur: Liesbeth van Es)

226