Russische paaseieren zijn pronkjuwelen: uitgevoerd in kostbare materialen en gemaakt door de beste juweliers. De eieren die edelsmid Karl Fabergé maakte voor de tsaren en de elite behoren tot de meest bijzondere kunstobjecten ter wereld. Het Drents Museum haalde deze winter één van de grootste verzamelingen Russische paaseieren naar Assen, met als topstuk Fabergé’s wereldberoemde Appelbloesem-ei uit 1901. Bij de tentoonstelling verschijnt het boek Kostbare eieren uit het Tsarenrijk waarin het verhaal van het Russische paasei verteld wordt aan de hand van topstukken uit de collectie van het Liechtensteinisches Landesmuseum te Vaduz.
Het paasei in Rusland
Paaseieren worden in Russische families bijna vereerd als ikonen. Ze staan symbool voor hoop en nieuw leven. Met Pasen wordt de Opstanding van Christus gevierd door het uitwisselen van paaseieren. Deze traditie bestaat overal in Europa, maar is nergens zo groot als in Rusland. Het christelijke geloof speelde in de negentiende eeuw een niet te onderschatten rol in het leven van iedere Rus. Van de eenvoudigste boer tot de tsaar zelf, iedereen was zijn leven lang innig met de kerk verbonden. Pasen was de belangrijkste orthodoxe feestdag en werd dus groots gevierd.
Aan het hof werd de paasceremonie ‘de plechtigheid der plechtigheden’ genoemd. Alle hovelingen en de keizerlijke garde kregen op die dag een paasei van de tsaar en tsarina. Deze eieren waren gemaakt in de Keizerlijke Porseleinfabriek en droegen het monogram van de tsaar of tsarina. Er trad gaandeweg een grote variatie en verfijning op in het materiaalgebruik en de decoratie van de eieren die voor het hof gemaakt werden. Van eieren uit hout en beenderen naar gelakte eieren van papier-maché en vanaf de achttiende eeuw van melkglas en kristal, naar porselein, email-cloisonné en zilver, beschilderd met ikonen, met monogrammen van de tsaren of voorzien van edelstenen. Het vervaardigen van luxe eieren vormde een aparte tak van de toegepaste kunsten in Rusland.
Fabergé
Als hofleverancier die vrijwel alle diplomatieke en vriendschappelijke geschenken in binnen- en buitenland leverde, was Peter Karl Fabergé hét visitekaartje van Rusland. Wat Fabergé deze bijzondere positie ten opzichte van tijdgenoten bezorgde, was ongetwijfeld het hoge vakmanschap van zijn producten in combinatie met een slim, modern ondernemerschap. Voor hem stond niet het aantal karaat of de waarde van de materialen, maar creativiteit en ambachtelijke perfectie voorop. Vanaf 1885 schonk tsaar Alexander III (1845-1894) elk jaar met Pasen een Fabergé-ei aan de tsarina en na zijn overlijden nam Nicolaas II (1868-1918) deze traditie over. Het maken van een keizerlijk Fabergé-ei duurde ruim een jaar, waarbij een team van ambachtslieden in het grootste geheim werkte aan een nieuw exemplaar.
De adel volgde het voorbeeld van de kroon: een geschenk van Fabergé werd een modesouvenir. Goudmijn- en scheepsmagnaat Aleksander Kelkh schonk zijn echtgenote Varvara ook elk jaar een Fabergé-ei, waaronder het Appelbloesem-ei uit 1901. In dit prachtige paasei van Russische jade, goud, email en diamanten wordt de invloed van de Japanse kunst en de art nouveau zichtbaar: de artistieke verfijning, het lijnenspel van de bloesemtakken op het groene vlak en het bloesemthema dat de lente aankondigt. Juist de subtiele details maken van dit kunstwerk een ware blikvanger.
Kunst rond 1900
De art nouveau is een kunststroming binnen de toegepaste kunsten waarbij ambacht hoog in het vaandel stond en de natuur de belangrijkste inspiratiebron was. Er was een publiek dat genoeg geld kon en wilde betalen voor goed gemaakte gebruiksvoorwerpen. Dit publiek maakte het mogelijk voor de kunstnijverheid om zich op het niveau van de beeldende kunst te begeven: luxegoederen werden tot kunst verheven. In Rusland kwam een unieke stijl tot stand waarin art nouveau met traditionele volkskunst gecombineerd werd. Deze artistieke ontwikkelingen zijn goed te bestuderen aan de hand van de paaseieren. Van lak, porselein en zilver tot email en edelsteen, van versieringen in de vorm van planten en dieren tot abstracte geometrische decoraties: alle denkbare materialen, kleuren en fantasievormen werden bij het maken van de eieren ingezet. Fabergé was de bekendste, maar niet de enige edelsmid die jaarlijkse grote aantallen paaseieren maakte. Echte materiaalspecialisten waren de Keizerlijke Porseleinfabriek en de Keizerlijke Glasfabriek die enkel aan het hof leverden en bekend stonden om hun meer traditionele stijl. Dergelijke eieren werden ook vervaardigd door particuliere fabrieken zoals de Gebroeders Kornilov en door kleinere werkplaatsen. Naast porselein waren de meest gangbare eieren van oudsher gemaakt van gelakt papier-maché of van hout. Ze beeldden scènes af uit de bijbel, of waren soms voorzien van een stadsgezicht van St. Petersburg of Moskou op de andere zijde. Toonaangevend op het gebied van lakproducten was de firma Lukutin, eveneens leverancier aan het hof. Naast eieren van lak, porselein en glas waren zilver en email, vaak gecombineerd, de materialen waarin de edelsmid zich misschien nog wel het beste kon uitleven. Deze eieren zijn rijkelijk gedecoreerd en vaak voorzien van gestileerde florale of geometrische motieven. De verschillende emailtechnieken waren door de Russische edelsmeden geperfectioneerd.
Na 1917
Met het gedwongen aftreden van Nicolaas II tijdens de Revolutie van 1917 en zijn executie in 1918 waren Fabergé en andere aan het hof verbonden edelsmeden hun belangrijkste opdrachtgevers kwijt en moesten zij vaak vluchten. De kunst- en juwelencollecties van de tsaren werden in beslag genomen door de revolutionairen. Een groot deel van de keizerlijke eieren werd in de jaren twintig en dertig door de Sovjet-Unie verkocht aan Westerse handelaren om de staatskas te spekken. De kostbare eieren uit het tsarenrijk werden symbolen van een verdwenen maatschappij.
Door: Annemiek Rens
Meer lezen? Annemiek Rens, Kostbare eieren uit het Tsarenrijk, Assen (Drents Museum)/Zwolle (WBOOKS) 2014