Desirée Krikhaar
Vanaf 10 april tot en met 4 augustus 2013 is in Museum Catharijneconvent in Utrecht een unieke tentoonstelling te zien, waarin twee topcollecties van religieuze musea in Moskou en Utrecht naast elkaar gepresenteerd worden. Het Andrej Roebljov Museum Moskou ontmoet Museum Catharijneconvent in Utrecht!
Het Andrej Roebljov Museum in Moskou bezit een uitgebreide collectie ikonen, die tot de belangrijkste van Rusland behoort. Een selectie van 30 ikonen komt naar Nederland, waarmee 500 jaar Russische schilderkunst in beeld wordt gebracht. De ikonen tonen Christus, de Moeder Gods, feesten en heiligen, vele bijna manshoog. De heiligen zijn omringd door taferelen uit hun leven en hun vele wonderen. Als een stripverhaal laten de legendes zich lezen. De oudste ikonen uit de 15de eeuw staan nog in de traditie van de Byzantijnse schilderkunst.
Daarom begint de rondgang door de tentoonstelling met een aantal voorbeelden van Byzantijnse ikonen, zoals het ivoor van de Moeder Gods Hodegetria uit de collectie van Museum Catharijneconvent, die grote invloed hebben gehad op de westerse, vooral ook Italiaanse schilderkunst. Het museum bezit een van de grootste collecties westerse religieuze kunst vanaf de vroege middeleeuwen tot heden. Door de twee collecties iconografisch met elkaar te confronteren en door letterlijk een verbinding te leggen tussen ikonen enerzijds en westerse kunst anderzijds blijken er veel overeenkomsten, maar even zovele verschillen in beeld en betekenis te schuilen.
Treffend zijn de legenden die ten grondslag liggen aan het beeld van het gelaat van Christus en die uiteindelijk toch tot een soort universeel uiterlijk hebben geleid. Zo is het Mandulion met de doornenkroonloze Christus gemaakt naar een legende uit Edessa en heeft de legende van de doek van Veronica tijdens de kruisweg van Christus geleid tot een hoofd met doornenkroon (afb. 1 en 2). De Man van Smarten in de oost-christelijke interpretatie is minder tragisch en bloederig dan het ontroerende schilderijtje van Geertgen tot Sint Jans (afb. 3 en 4). Vanaf de 17de eeuw zijn duidelijk westerse invloeden te zien door de import van Italiaanse, Duitse, maar vooral ook Nederlandse en Vlaamse prenten en geïllustreerde bijbels naar Rusland.
Dankzij de welwillende medewerking van de grote ikonenhandelaren en particuliere bruikleengevers wordt in de tentoonstelling een compleet beeld van de grote liturgische feesten in de oost-christelijke kerk en het Westen gepresenteerd.
(Drs. Désirée Krikhaar is gastconservator bij deze tentoonstelling)