Expositie in Vianen. Indrukken van een bezoeker

Expositie in Vianen. Indrukken van een bezoeker

Jan de Caluwé

Nog pas geleden attendeerde iemand mij, toen hij mijn achternaam hoorde, op Robert de Caluwé, die onder meer bekend zou zijn om zijn ikonenschilderingen en kennis van die schilderkunst. Hij zou daarover hebben gepubliceerd in het Nederlandse tijdschrift Eikonikon, terwijl een aantal ikonen van zijn hand vorig jaar te zien zijn geweest tijdens de jubileumtensoontelling van Eikonikon in de Ignatius Galerie in Amsterdam.

Ik, arme onwetende!

vianen 023Door verschillende contacten en door lectuur ben ik sindsdien wat wijzer geworden. Maar één ding staat me nu vooral duidelijk voor de geest: je moet ze gezien hebben, de ikonen. Nou, wij (drie ‘leken’ in die kunst) hébben ze gezien. Meer dan tweehonderd!
En ik moet zeggen: het was verrassend. De inrichters van de expositie ‘Ikonen van Eikonikon’, van 2 april t/m 2 september jongstleden in het Stedelijk Museum in Vianen, en natuurlijk ook de exposanten zelf, hebben eer van hun werk. Het overtrof verre de verwachtingen die wij van de expositie hadden. Het stimuleerde bovendien. Daar droeg aan bij, dat we eerst enig inzicht kregen in een aantal technische aspecten van de ikonenkunst. Een sympathiek lid van Eikonikon was ter plekke met zijn arbeid bezig, liet zien en vertelde. Een goed, aanstekelijk begin.

vianen 009Daarna op naar de ikonen zelf. Vooral in de enorme ruimte op de eerste verdieping was de indruk die de talrijke prachtige schilderingen maakten, overdonderend. Dat was de eerste, globale, indruk. Heel uitnodigend om beter te gaan kijken. Afzonderlijk spraken sommige ikonen direct, vaak door hun eenvoud, hun krachtige kleurentaal en sterke gelaatsvormen aan. Bij andere zouden misschien een paar toelichtende zinnen geholpen hebben om die zelfde onmiddellijke herkenning te bereiken. Gelukkig was er ordening aangebracht in de veelheid, door rubricering op onderwerp, bijvoorbeeld Christus, apostelen, heiligen, engelen en was er een handout met titels van alle ikonen. Met aandacht en toewijding kan ‘kijken’ in veel gevallen dan ‘zien’ worden: de ‘aanwezigheid‘ van de heilige waarnaar wij kijken neemt het over (ik weet niet of ik het goed zeg).

Het moeilijkst om dit effect te bereiken lijkt het wanneer groepen of taferelen met meerdere personages zijn afgebeeld. Voorstellingen waarvan de betekenis zeer bekend is, bijvoorbeeld van de Kruisweg, lijken daar het minste last van te hebben. Andere meer. Soms ligt het er misschien aan dat de gestalten dan erg klein worden, soms ook doordat de ‘mise-en-scene’ een niet erg ervaren regisseur in deze kunst verraadt en onoverzichtelijk of disharmonisch wordt. Maar sommige moeilijke opdrachten lijken ook verbluffend goed geslaagd. Wat een ervaring moet daar achter steken!

Dit zijn maar enkele gedachten

Overwegend dwongen de indrukken tot grote bewondering. Voelbaar was de geweldige toewijding en inzet van die enkele honderden die daar collectief een ‘geestelijke aanwezigheid’ hadden geschapen. De vrucht van, als ik het goed begrepen heb, enkele tientallen jaren arbeid die de ikonenkunst in Nederland op dit niveau heeft gebracht, onder meer door de inbreng van Robert de Caluwé. Iedereen heeft dat kunnen zien. Een wonder in deze zo weinig ‘geestelijke’ tijd.

127