Natasja Verf-Gravrilova
Aangenaam verrast maakte de redactie kennis met de prachtig geschilderde paaseieren van de Russische Natasja Gravilova, geboren in 1969 in Litouwen. Zij bezocht de kunstschool in Petrozavodsk, slaagde cum laude in schilderkunst aan de Universiteit van Vladimir en gaf vele jaren les aan het kunstcollege en de universiteit in Kalinigrad. Sinds 2001 woont zij in Nederland, waar zij getrouwd is met Jacob Verf, exposeert en lesgeeft in het beschilderen van ikonen en paaseieren. In 2004 kreeg zij de opdracht voor het schilderen van een ei-ikoon ter gelegenheid van het huwelijk van prins Johan Friso en Mabel Wisse Smit. Natasja Gravilova vertelt over de kunst van het schilderen van ei-ikonen (red.)
Een versierd ei als symbool van de verrijzenis van Christus bestaat volgens de traditie al sinds het begin van het Christendom. Na de opstanding van Jezus vertrok Maria Magdalena naar Rome om de goede boodschap aan keizer Tiberius over te brengen. Als getuige van iets wat moeilijk te bevatten is, toonde zij aan de Keizer een ei, dat op wonderbaarlijke wijze rood kleurde. In theologische zin duidt dit symbool op de schedel van Adam, die onder de voet van het kruis op Golgotha begraven lag en met het bloed van Jezus gewassen was. Het verwijst naar de betekenis van de kruisdood: de primaire zonde van Adam die overgedragen is op alle generaties van de mensheid, werd met het offer van de Heer aan zijn hemelse Vader verzoend.
Het is moeilijk precies vast te stellen wanneer de talloze volkstradities met betrekking tot het versieren van paaseieren zijn ontstaan. De meest bekende paaseieren zijn zonder twijfel de zogenaamde pisanki, afkomstig uit de Karpaten, een gebergte in de Oekraïne en Roemenië. Het zijn lege eieren beschilderd met gekleurde hete was.
Naast in volkstradities gedecoreerde eieren bestaan er echte meesterwerken, die een plek hebben gekregen in musea. Hierbij kan men denken aan de beroemde Fabergé-eieren. Het was een revolutionair idee van K. Fabergé om juwelen in de vorm van een ei te ontwerpen. Hiermee voldeed hij aan de behoefte van de Russische tsarenfamilie, bij wie het een vaste traditie was de mooiste paaseieren aan elkaar te geven. Het meest bijzondere exemplar was dat van de tsaar aan de tsarina. Het vervaardigen van zo’n ei werd een vaste jaarlijkse opdracht aan deze goudsmid.
Het verhaal over Russische paaseieren zou nooit compleet zijn zonder wat verder in de geschiedenis te duiken en wel in de regeringsperiode van Catharina de Grote. Tijdens haar bewind werd de eerste porseleinfabriek opgezet in St. Petersburg, waarna er meerdere fabrieken volgden. Porseleinen eieren behoorden tot een van de kleinschalige producten, die uitvoerig beschilderd werden. De keuze van afbeeldingen was breed: van prachtige boeketten tot barokke taferelen van de opgestane Christus.
De traditie werd in de 19de eeuw voortgezet en in de tweede helft van dezelfde eeuw werden naast de bestaande eieren ook modellen van papier-maché gemaakt. De bekendste in deze soort werden vervaardigd in de ateliers van Fedoskino. De schildertechniek van ikonen werd op deze eieren toegepast, die een extra decoratieve uitstraling en verfijnde afwerking kregen. Zo komen contrasterende kleuren, zoals zwart en rood, dikwijls voor op eieren van papier-maché. Meestal konden deze eieren worden opengemaakt om er een paassurprise in te stoppen.
Na de Oktober revolutie brak een trieste periode in de geschiedenis van Rusland aan. De geestelijken en de gelovigen werden vervolgd, de kerken en de kloosters met de grond gelijk gemaakt of als opslagruimtes gebruikt, de ikonen werden vernield. De atheïstische periode duurde maar liefst 70 jaar lang en de aangerichte schade is moeilijk op waarde te schatten. De tradities van het ikoonschilderen gingen grotendeels verloren, en het idee over de paaseieren werd een vage herinnering. Er werd van alles gedaan om het feest der feesten in de vergetelheid te brengen.
Toch zat de geest van de Orthodoxie zo diep in het Russische volk geworteld, dat met het begin van de democratische hervormingen de diepste wensen van de mensen in vervulling gingen. Naast de massale doop en de herrijzenis van kerken, werden veel ikonen geschilderd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werden in Moskou voor het eerst ook nieuwe paaseieren gemaakt: houten modellen beschilderd met de afbeeldingen uit de iconografie. Ik had het geluk om iemand die aan de wieg van de vernieuwde traditie stond, te leren kennen: Edward Minko. Op het moment van kennismaking verdwenen werkjes van hem reeds in particuliere verzamelingen in Moskou en Londen of waar ook ter wereld.
In de jaren negentig van de vorige eeuw wilden al vrij brede lagen van de bevolking een paasei in huis hebben en werden er veel geproduceerd. Helaas werden gewilde modellen vaak onder het mom van ‘ikonenkunst’ uitgevoerd: heel logisch als het over massaproductie gaat. Toch kwam in diezelfde jaren de traditie van beschilderde ikonen eieren ook echt in bloei. Omdat ik het van dichtbij meemaakte, wil ik ook iets over mijzelf vertellen.
Ik was in die tijd student aan de faculteit van ‘Fine Art’ aan de Staatsuniversiteit van Wladimir. De traditie van het ikonenschilderen leefde daar voort. Tegenover ons faculteitsgebouw schitterde de Uspenskij kathedraal (Rus.- van de Ontslaping van Moeder Gods) met de muurschilderingen van Andrej Roebljov. Veel studenten waren afkomstig uit Mstjora (in de Wladimir regio) – een in het verleden bekend dorp van ikonenschilders, die op waardige wijze konden concurreren met Palech. Ze hadden de ei-tempera techniek in de vingers en konden geen betere praktijkervaring opdoen, aangezien de officiële opleiding zich op de academische kant richtte.
Ik vond het ook heel erg belangrijk om de symboliek en de geschiedenis van de iconografie te leren kennen. Weer had ik de beste docent en mentor die ik maar kon wensen: professor L. Taktashova, wier naam onder vele publicaties over paaseieren in Rusland en het buitenland vermeld staat. Er was daar ook een rijke bibliotheek; ik kon, bijvoorbeeld N.P. Kondakov lezen in de originele uitgave van het einde van de 19de eeuw. Kortom, ik kon me in Wladimir volledig verdiepen in de sfeer van de oude Russische kunst en ik ben daar nog steeds eindeloos dankbaar voor.
Heel veel studenten waren betrokken bij het schilderen van paaseieren in opdracht van het Moskouse publiek. Het was niet het echte werk voor mij, maar toch leerde ik heel veel praktische ”weetjes”, die ik na het afstuderen heel erg nuttig vond.
Na een verhuizing naar Kaliningrad ging ik het voortgezet onderwijs in. Daar moest ik bij het begin beginnen: het werd mijn verantwoordelijkheid om de faculteit van decoratieve kunst op te richten. Ik had de vrijheid om zelf de programma’s van het leerproces te bepalen, uiteraard met goedkeuring van het ministerie van het onderwijs. Om twee redenen hield ik in het begin bewust afstand van het ikonenschilderen: ten eerste valt ikoonschilderen niet onder het begrip ”decoratieve kunst” en ten tweede zijn religie en het onderwijs in Rusland van elkaar gescheiden.
Toch merkte ik dat studenten naast hun studie steeds vaker kleine ikoontjes of paaseieren begonnen te schilderen. Ze deden het zonder enig benul van het feit dat er zo veel regels aan verbonden zijn. Ik hielp ze veel en op een gegeven moment realiseerde ik me dat het wel viel te proberen om het leerprogramma met een cursus ikonenschilderen uit te breiden. Het werkte! De toezegging uit Moskou lag al snel op tafel.
Ik heb veel plezier beleefd aan de atelieruren van de cursus ikoonschilderen. Op de leeftijd van 18 tot en met 25 jaar zijn studenten nog zonder bepaald stempel, ze zijn fris, creatief en durven nog van alles. Er kwam veel mooi werk uit hun handen… Sommige werden later zelfs professionele ikonenschilders en veel kerken in de Kaliningrad regio zijn door hen gedecoreerd. Onlangs vertelde een van mijn ex-studenten over het bezoek van de patriarch van Rusland aan een kerk, waarin een door haar geschilderde ikonostase was geplaatst. De patriarch stond even stil bij deze ikonostase en daarna maakte hij een opmerking tegenover de priester, dat hij het heel mooi vond.
Mijn ex-studenten zijn soms gegroeid naar bijna monumentale kunst terwijl ik me nog steeds het liefst met miniaturen blijf bezig houden. Mijn fascinatie daarvoor is begonnen toen ik nog een jonge docente was en is nooit veranderd. De techniek van het schilderen van een ikoon op het ei blijft dezelfde als op een plank. De modellen zijn gemaakt van lindehout, waar ik helaas niet zo makkelijk aan kan komen. Elke keer is er iets (anders) mee aan de hand, en meestal neem ik ze uiteindelijk toch uit Rusland mee. Nadat de modellen van een aantal lagen van levkas zijn voorzien, begin ik met een gewoon potlood te tekenen. Daarna voeg ik eventueel bladgoud toe en schilder ik verder met tempera. Het enige verschil met de ikoonschildertechniek zit hem in de beschermlaag: in plaats van de bescheiden glans van een ikoon op plank krijgen de eieren een hoogglans afwerking, die de temperakleuren zo prachtig diep maakt.
Ik heb er vaak over nagedacht waarom ikoneneieren zo populair geworden zijn in Rusland. Ook in Nederland. Terwijl ikonen vroeger een plek kregen in de zogenaamde “rode hoek” van het huis, ontbreekt die tegenwoordig vaak. Een echt goed plekje aan een ikoon geven is niet zo makkelijk; een ikoonei is in die zin wat makkelijker. Zou dat de rede zijn? Of misschien de vorm van het ei zelf? Dat geldt voor mij persoonlijk wel. De perfectie van deze vorm brengt mij altijd op het idee dat het een opgesloten wereld betreft en dat ik door mijn schilderen daarin een ‘venster’ creëer, wat zo mooi aansluit bij de symbolische betekenis van de ikoon. Daarom wordt een nieuw ikoon-ei elke keer een wonder voor mij.