Joost Heutink
Thematisch en inhoudelijk gezien bestaat er eigenlijk geen verschil tussen de in vormzand gegoten metalen ikonen en de op hout geschilderde ikonen. De belangrijkste bronnen voor de iconografie zijn de Bijbelse geschriften, verscheidene apocriefe teksten, een groot aantal heiligenlegenden en de christelijke hymnen, zoals de Akathistoshymne.
In zekere zin geldt voor geschilderde ikonen al dat het afgebeelde thema zoveel mogelijk is teruggebracht tot de (theologische) essentie. Als gevolg van de beperkingen die de geringe grootte en het gebruikte materiaal met zich meebrengen, is de iconografie van metalen ikonen als het ware teruggebracht tot de ‘essentie van de essentie’. Metalen ikonen zijn daarom in meerdere opzichten interessante objecten. Met welk doel is een metalen ikoon vervaardigd? Als eenvoudige reisikoon, bedoeld voor de persoonlijke devotie? Als pronkstuk voor in de ‘mooie hoek’? Als politiek of theologisch statement? Wat zijn de overeenkomsten in iconografie tussen de geschilderde ikonen en de gegoten exemplaren met een vergelijkbaar thema? Welke (technische) oplossingen zijn gekozen om een bepaalde iconografie ook via deze artistieke techniek uit te laten komen? Zijn er elementen weggelaten of, nog interessanter, toegevoegd?
Expositie en Catalogus
Bovenstaande vragen zullen dit najaar aan bod komen in het Ikonenmuseum in Kampen. Vanaf 3 november 2011 t/m 31 maart 2012 wordt daar een expositie gehouden van een groot aantal metalen ikonen uit de collectie van Stefan Jeckel, de grootste, bekende privéverzameling metalen ikonen buiten Rusland, die bestaat uit meer dan 1700 gegoten reis- en draagikonen. De metalen ikonen worden getoond in combinatie met de meest geliefde houten ikonen uit de eigen collectie van het Ikonenmuseum. De expositie, met de titel ‘Gegoten Reisgenoten’, geeft zo een prachtig overzicht van de geschiedenis en de beeldtaal van deze tak van de Russische ikonenkunst.
De hier afgedrukte tekst over metaalikonen van de H. Johannes de Theoloog is afkomstig uit het boek ‘Gegoten Reisgenoten’ (Uitgeverij Kok Kampen), dat ter gelegenheid van de gelijknamige expositie door Joost Heutink en Stefan Jeckel is geschreven.
Johannes de Theoloog
De apostel en evangelist Johannes behoorde samen met zijn broer Jakobus en Petrus tot de drie discipelen met wie Jezus een bijzondere band had. Volgens de christelijke traditie is hij de schrijver van vijf boeken van het Nieuwe Testament: het Evangelie volgens Johannes, drie brieven en de Openbaring. Dit laatste, apocalyptische boek, schreef hij op hoge leeftijd op het eiland Patmos, waar hij ook in ballingschap zou sterven.
De apostel, die in de orthodox-christelijke traditie Johannes de Theoloog wordt genoemd, is op ikonen te herkennen aan zijn oude uiterlijk en zijn hoge, gerimpelde voorhoofd. Op de meeste ikonostasewanden is hij een van de heiligen die in voorbede naar Christus gericht zijn. Wanneer hij in zijn hoedanigheid van evangelist is afgebeeld, wordt hij regelmatig vergezeld door zijn leerling Prochoros, die nauwkeurig opschrijft wat zijn meester hem dicteert. In een andere iconografie, genaamd Johannes de Theoloog in Stilzwijgen, zit Johannes licht voorovergebogen over een geopend evangelieboek en houdt hij zijn rechterhand voor de mond. Achter zijn schouder zit vaak een engel die hem in zijn oor lijkt te fluisteren, als verbeelding van de goddelijke inspiratie.
De afbeeldingen 1 en 2 tonen de apostel volgens de iconografie van Johannes de Theoloog in Stilzwijgen. Behalve het feit dat de apostel op de bronzen ikoon volledig is afgebeeld en op de houten ikoon ten halve lijve, springt op de bronzen ikoon het ontbreken van de engel achter de schouder van Johannes meteen in het oog. Wellicht minder opvallend, maar niettemin bijzonder interessant zijn de verschillende evangelistensymbolen die voor Johannes zijn gebruikt. De gevleugelde leeuw, die links op de houten ikoon is afgebeeld, wordt in de oosters-orthodoxe kerk het meest gebruikt. De orthodoxe kerk volgt hiermee de uitleg van Ireneüs van Lyon (ca. 140 – ca. 202), die Matteüs vereenzelvigde met de mens, Marcus met de adelaar, Lucas met de stier en Johannes met de leeuw. In het westen werd de interpretatie van de kerkvader Hiëronymus (ca. 347-420) gevolgd, volgens welke indeling de adelaar aan Johannes wordt verbonden, en de leeuw aan Marcus. De afbeelding van de adelaar, rechts op de bronzen ikoon, kan daarom worden opgevat als een westerse invloed.
De overige twee bronzen ikonen (afb. 3 en 4) tonen de apostel Johannes samen met zijn leerling Prochoros. De oudste van de twee ikonen (afb. 3) is verdeeld in meerdere beeldvlakken waarin heiligen zijn afgebeeld, zoals rechtsonder Julitta en Kirik. Het vlak linksonder volgt een gebruikelijke compositie: de schrijvende Prochoros zit voor een grot. In zijn hand houdt hij een ganzenveer en een boek, zodat hij de woorden van Johannes, die staand tegenover hem is afgebeeld, kan optekenen. De geopende hemel, rechtsboven in het vlak, symboliseert de goddelijke inspiratie.
De meest recente ikoon (afb. 4) toont weliswaar ook de apostel Johannes en zijn leerling, maar in een ongewone compositie. De beide heiligen staan in voorbiddende houding tegenover elkaar. Ze richten zich op een afbeelding van het Mandylion, de niet-met-mensenhanden-gemaakte afbeelding van het gelaat van Christus, waaronder een aan water gelegen gebouw is afgebeeld. Dit gebouw stelt het Preobrazenski (Tansfiguratie) kerkhof voor dat in 1777, kort na een hevige uitbraak van de builenpest, aan de toenmalige stadsgrens van Moskou werd gebouwd. Op het terrein vestigde zich een priesterloze oudgelovigengemeenschap met een eigen metaalgieterij. De meesters van deze gieterij waren erin geslaagd het kerkhof met de bijbehorende kerkgebouwen, waarvan één zijkapel was gewijd aan Johannes de Theoloog, in de hier afgebeelde bronzen ikoon vast te leggen. In deze compositie wenden Johannes en Prochoros zich in voorbede tot Christus om te bidden voor het behoud van de Oudgelovigengemeenschap op het Preobrazensky kerkhof.