Verhalen van Cyprus 2

Verhalen van Cyprus 2

Henk Roos

Pygmalion

leda

Leda en de zwaan

Vandaag maken we een trip naar de westpunt van het eiland, tot voor kort het meest verlaten deel. Na een uur rijden komen we aan in het dorpje Palepafos (Oud-Pafos), dat ooit een machtige stadsstaat moet zijn geweest. In de mythische bronstijd regeerde hier een koning die Pygmalion heette. Hij was een briljant beeldhouwer. Eens had hij een beeld gemaakt van een bijzonder mooie vrouw en volgens de legende werd hij dolverliefd op zijn eigen schepping. Afrodite, geraakt door zijn liefde, bracht het beeld tot leven. Het koude beeld veranderde in een mooie vrouw van vlees en bloed. Het paar kreeg een zoon, Pafos, die de stad zijn naam gaf. Hier in Palepafos stond al in de 12e eeuw v. C. een groot cultuscentrum ter ere van Afrodite. Het was het belangrijkste aan haar gewijde heiligdom in de antieke wereld. Nu resten er nog slechts fundamenten en stukken muur. In de tempel was de godin aanwezig als een zwarte stenen kegel die de vruchtbaarheid symboliseerde. Die heilige steen is bewaard gebleven en nu te zien in het kleine museum aan de rand van het terrein. Een andere bezienswaardigheid is een overblijfsel uit een vloermozaïek. Dit kunstwerk is afkomstig uit een Romeinse villa, die hier in de buurt door archeologen is gevonden. Het mozaïek dateert uit de 3e eeuw en staat bekend als ‘Leda en de zwaan’. De oude stad Palepafos werd in 325 v. C. door een aardbeving verwoest, en de laatste koning verhuisde de stad naar Nea Pafos, nu Kato Pafos.

Dionysos, Marsyas en Apollo

De eenzaamheid en de wilde natuur hebben de westpunt van Cyprus tot een bijzonder geliefde landstreek gemaakt. Het is opvallend hoeveel Engelsen hier een tweede huis hebben laten bouwen. Maar dat is ook weer niet zo vreemd wanneer je je bedenkt dat Cyprus tussen 1878 en 1960 werd bestuurd door de Britten. Wellicht zijn de nieuwe bewoners ook aangetrokken door de antieke Griekse en Romeinse resten van Pafos. In 58 v. C. werd Cyprus geannexeerd door de Romeinen. De stad Pafos bereikte haar grootste bloei rond het jaar 200 n. C. Van deze bloeiende nederzetting resteert nu nog een spectaculair archeologisch park, ten zuid-westen van de moderne toeristenstad. Sinds 1962 is men bezig met opgravingen en aan de ruïnes van de villa’s is nog duidelijk de welvaart af te lezen van het Cyprus in de Romeinse keizertijd. De puissant rijke bewoners hebben kosten nog moeiten gespaard om hun vloeren te versieren met de allermooiste mozaïeken. En het is dan ook niet meer dan logisch dat die nu op de Werelderfgoedlijst staan. Vele duizenden vierkante meters mozaïekkunst zijn hier te bewonderen vanaf houten vlonders. De verschillende villa’s hebben een bijnaam gekregen die is afgeleid van de voorstellingen op de moza-ieken. Zo zijn er vloeren te bewonderen in het huis van Dionysos, het huis van Orfeus en van Theseus. Persoonlijk vind ik de vloerbedekking in het huis van Aion het allermooist. Hier is niet zomaar een handwerksman aan het werk geweest, dit is een schepping van een groot kunstenaar. Wat de vormgeving betreft worden deze mozaïeken beschouwd als een voorbeeld van de z.g. beautiful style. Deze ontwikkelde zich tijdens de regering van keizer Konstantijn de Grote. Maar wat de inhoud betreft gaat het merkwaardigerwijze om puur heidense voorstellingen. Het huis van Aion dankt zijn naam aan de god van tijd en eeuwigheid (‘Vadertje tijd’) die is afgebeeld midden op de vloer van de grote ontvangsthal. Dit mozaïek meet in z’n geheel ongeveer 4 m². Het is ingedeeld in vijf ‘panelen’. De voorstellingen zijn zeer fijn gedetailleerd uitgewerkt, de steentjes (tesserae) zijn niet groter dan 2-5 mm. Met genuanceerde toonverschillen binnen de kleuren heeft de kunstenaar een sterke plasticiteit weten te suggereren en de mythologische figuren individuele trekken meegegeven. Ter bescherming is de antieke Romeinse vestibule voorzien van een eenvoudige overkapping. Rechts achteraan zie ik de scène met de baby Dionysos op de schoot van Hermes3. De figuren zijn gemakkelijk te identificeren door de Griekse(!) inscripties. Het paneel rechts vooraan illustreert het muziekconcours tussen Marsyas en Apollo. Marsyas was een sileen, een volgeling en zelfs opvoeder van Dionysos. Als fluitist durfde hij het op te nemen tegen Apollo zelve, de god van de kunsten en beschermer van de muzen. Apollo was onovertroffen op de kithara. De nimbus van Apollo en de opschriften doen mij sterk denken aan ikonen. Het liep trouwens niet goed af met Marsyas. Hij was voor Apollo natuurlijk geen partij en verloor, waarna hij voor straf werd gevild. Men beschouwde deze scène als een moraliserende allegorie. De sileen belichaamt dan de barbaarse wereld, terwijl Apollo staat voor de kosmische orde.

Apollo

Apollo

De harmonie van de snaren van zijn kithara symboliseren de harmonie van de hemelse sferen. De mozaïeken van Aion dateren uit het midden van de 4e eeuw. Hoe is het te verklaren dat er hier zulke heidense voorstellingen werden weergegeven terwijl toch al meer dan honderd jaar eerder keizer Konstantijn het christendom tot staatsgodsdienst had gepromoveerd? W.A. Daszewski schrijft er het volgende over: “Dit filosofische klimaat kon ontstaan tijdens het bewind van Julianus de Afvallige, de Romeinse keizer die de heidense erediensten weer probeerde in te voeren in het keizerrijk waar het christendom inmiddels al staatsgodsdienst was geworden. Voor de christenen moeten de mozaïeken van Pafos zijn overgekomen als een morele provocatie. Ze zijn waarschijnlijk tot stand gekomen met de support van machtige beschermers uit de oude heidense aristocratie, die gehecht waren aan de traditionele culturele waarden en overtuigingen van de antieke goden, die ze in ere probeerden te herstellen4.”

Afrodite

Op de terugweg naar Kiti nemen we nog even een lekkere duik in zee. In de branding bij Petra tou Romiou staan twee monumentale kalksteenrotsen: ‘de Rots van Afrodite’. Volgens de legende is dit de plaats waar de godin van de liefde ooit uit het zilveren schuim is geboren (Afro-dite = de uit schuim geborene). Iedereen kent het beroemde schilderij van Botticelli. Daar zie je de door Hesiodos verhaalde mythe in beeld gebracht: “De godin rees op uit de baren van de zee. De schoonste aller vrouwen, blank als het schuim, waaruit ze geboren werd. Beminnelijkheid en lieftalligheid lagen op haar glimlachend gelaat en over haar gehele wezen. Ze verscheen op het eiland Cyprus, waar de woeste grond veranderde in bloeiende velden. Bloemen ontsproten onder haar bekoorlijke voeten en de gehele aarde juichte in hemelse verrukking. De zachte adem van de Zefyr, de westenwind, had haar naar het land gevoerd.” Zo werd zij de beschermvrouwe van Cyprus.

Lefkosia

Het is 5 mei en het einde van onze vakantie nadert: hoog tijd voor een bezoek aan de hoofdstad Nicosia, de enige opgedeelde hoofdstad van Europa. Wij beperken ons tot het zuidelijke – Griekse – deel, door de bewoners aangeduid als Lefkosia (=witte stad). Wanneer je de plattegrond van de citadel bekijkt valt de gave cirkelvormige vestingwal op, die de Venetianen in de 16e eeuw hebben aangelegd. Die cirkel is sinds 1974 precies in tweeën gedeeld door de z.g. ‘groene lijn’. De opdeling van de stad is het gevolg van een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Cyprus. Een dreigende staatsgreep tegen aartsbisschop Makarios, de eerste president van de onafhankelijke republiek, was voor Turkije aanleiding om in te grijpen. Op 20 juli 1974 landde een invasieleger op de noordkust en na een korte strijd beheersten de Turken het Noorden. Volgens Ankara ging het slechts om een vredesoperatie, die er op gericht was de constitutionele regering te herstellen en de Turks-Cyprioten te beschermen. Maar zelfs na de terugkeer van Makarios bleven de Turkse troepen het Noorden bezetten. De Turkse invasie had tragische consequenties voor de republiek Cyprus. Ondanks bemiddelingspogingen van de internationale gemeenschap blijft tot op de dag van vandaag nog steeds 37% van het territorium bezet door de Turken. 5000 Grieks-Cyprioten vonden de dood, 180.000 werden gedwongen hun huis en have te verlaten en meer dan 1600 worden vermist5. Het is nu rustig in de stad, maar wanneer je langs de Green Line wandelt, ervaar je toch een unheimische sfeer. Er is weinig groen aan deze grenslijn. De scheiding tussen de twee stadshelften wordt gemarkeerd door grauwe verkrotte leegstaande huizen. Gaten zijn opgevuld met prikkeldraad en lege olievaten. Met geweren bewapende soldaten patrouilleren hier verveeld, maar maken je wel duidelijk hoe ver je mag gaan. Aan het einde van de Lidras, de belangrijkste winkelstraat, is een controlepost bemand door blauwhelmen van de VN. Voetgangers kunnen hier via de bufferzone het Turks-Cypriotische stadsgedeelte binnengaan.

Tussen 1956 en 1960 werd de nieuwe residentie van de aartsbisschop gebouwd, in een schitterende neo-Byzantijnse stijl. Het complex omvat niet alleen het aartsbisschoppelijk paleis, maar ook het Aartsbisschop Makarios Cultureel Centrum. Je vindt hier diverse bibliotheken, een school voor kerkmuziek, een kunstgalerij en het Byzantijns museum, ook Ikonenmuseum genoemd. Hier is de grootste en kostbaarste ikonencollectie van Cyprus gehuisvest. Er zijn meer dan 200 ikonen, daterend van de 9e tot de 19e eeuw. Wandelend langs al die ikonen wordt je aandacht opeens getrokken door een grote aangrijpende zwart-wit foto uit 1974. Grieks-Cypriotische vluchtelingen zijn zojuist aangekomen uit het door de Turken bezette gebied. Ze dragen boodschappentassen vol met ikonen, hun enige bagage. Wat er te redden viel uit hun huizen en kerken hebben ze inderhaast meegenomen. Veel van deze ikonen zijn nu te zien in dit museum. Zo doet dit chique gebouw denken aan een asiel of een weeshuis waar ontheemde heiligen onderdak hebben gevonden.

Moeder Gods Blachernitissa, 9e eeuw

Moeder Gods Blachernitissa, 9e eeuw

De alleroudste ikoon dateert uit de periode van de Arabische invallen (7e tot 10e eeuw). De eerste rooftocht van de moslims vond plaats in 649, nog geen twintig jaar nadat Mohammed het Arabisch schiereiland had veroverd. De moslims, onder leiding van de latere Omayyadenkalief Moawia, gingen niet bepaald zachtzinnig te werk. Ze bezetten en plunderden het noordoostelijke deel van Cyprus, en richtten een slachting aan onder de eilandbewoners. Overlevenden werden gevangen genomen. In 653 bezetten de muzelmannen ook de rest van Cyprus. Ook toen werden er duizenden gedood en van hun vrijheid beroofd. Vele kerken werden verwoest, waarbij natuurlijk ook vele ikonen het moesten ontgelden.
Het unieke gespaarde paneeltje uit die treurige periode bevond zich oorspronkelijk in een kerk in Nicosia. De ikoon is van het Blachernitissa-type, maar het gelaat van Christus Emmanuel, die door Maria in een medaillon aan de borst wordt gehouden, is helaas verloren gegaan. De ikoon is geschilderd in de enkaustische techniek. De stijl doet wat denken aan de Koptische school.

Christus van Kanakaria

Christus van Kanakaria

Tot de topstukken behoren de z.g. Kanakaria mozaïeken. Deze vroegchristelijke kunstschatten uit de 5e/6e eeuw, met de afbeeldingen van Christus, de Moeder Gods, aartsengelen en apostelen zijn alleen al om het feit dat ze de ikonoclastische periode hebben overleefd van onschatbare waarde. Christus is op één van de mozaïekresten weergegeven met een rol perkament in zijn handen.
Deze baardloze Heiland lijkt op een jonge hellenistische god. De mozaïeken bevonden zich oorspronkelijk in een kerkje in Kanakaria in het bezette Noorden. Ze werden rond 1976 door de Turken verkocht naar het buitenland, en de kerk werd gesloten. Na omzwervingen op de zwarte markt werden de mozaïeken in 1986 te koop aangeboden aan het J. Paul Getty Museum in Malibu, Californië, voor twintig miljoen dollar. De curator van het museum ging hier niet op in, maar nam contact op met de autoriteiten op Cyprus. De Republiek Cyprus en de Grieks-Orthodoxe Kerk spanden een proces aan tegen de malafide kunsthandelaar, met als gevolg dat de Kanakaria mozaïeken op 30 augustus 1991 konden worden gerepatrieerd.

Een uur later zitten we op een terras aan de lunch, aan het einde van de Lidrasstraat. Dan klinkt opeens de azan over de stad, de islamitische oproep tot het gebed. Kennelijk staat de muezzin op de minaret van de Selimamoskee, een paar straten verder aan de andere kant van de Green Line. Eens was deze moskee de Hagia Sophia-kathedraal, gebouwd rond het jaar 1300, en het oudste en beste voorbeeld van de gotische stijl op Cyprus. Sterker nog, de kerk werd beschouwd als het mooiste christelijke religieuze gebouw in het Midden-Oosten. Maar dat duurde niet lang. Al snel werd de kathedraal zwaar beschadigd door oorlogsgeweld en aardbevingen.
Met de komst van de Ottomanen werd de kerk een moskee. Alle afbeeldingen van mensen en dieren zijn verwijderd en de gotische steensculpturen zijn weggebikt. Het interieur is van alle versieringen ontdaan en witgekalkt. Aan beide zijden van de oude voorgevel staan nu twee 50 meter hoge minaretten, die totaal niet passen bij de rest van het gebouw.

Kiti

Panagia Angeloktisti

Panagia Angeloktisti

Op miraculeuze wijze is er ondanks ikonoclasten, Genuezen, Mamelukken, Ottomanen en aardbevingen toch nog een vroeg-christelijk mozaïek in situ ter plekke bewaard gebleven. Daarvoor moeten we zijn in het dorpskerkje van Kiti, vlakbij ons appartement. Het kerkje bestaat uit verschillende delen, die dateren uit verschillende perioden. De 11e eeuwse kruisbasiliek met koepel is ooit gebouwd op de ruïnes van een vroeg-Byzantijnse basilica, waarvan de authentieke apsis nog steeds deel uitmaakt van het huidige bouwwerk. Het kerkje heeft een bijzondere naam: Panagia Angeloktisti. Deze naam, letterlijk ‘Maagd Maria, gebouwd door engelen’, wordt wel in verband gebracht met het mozaïek. Volgens het volksgeloof kon zo’n prachtig kunstwerk slechts worden gemaakt met de hulp van engelen. Kunsthistorici denken daar anders over. Zij stelden wel vast dat het mozaïek in het halfkoepelgewelf van de apsis dateert uit de 6e eeuw. De apsis zelf werd al gebouwd in de 5e eeuw. Het mozaïek werd pas herontdekt in 1952. Centraal afgebeeld is de Theotokos, de Moeder Gods. Zij staat op een met juwelen versierd piëde-stal, met het Christuskind op haar linkerarm. Zij wordt
geflankeerd door de aartsengelen Michaël en Gabriël. Dit Moeder Gods-type is bijzonder. Eigenlijk is het een Hodigitria: ‘Zij die de weg wijst’. Uitzonderlijk is dat Maria hier is weergegeven ten voeten uit. De frontaliteit geeft deze voorstelling een extra Byzantijnse uitstraling.
De suggestie van beweging in het himation en de asymmetrische, bijna wandelende pose maken dit mozaïek opvallende dynamisch.

Dimitris en Mehmet

Terugkijkend op een mooie reis naar Cyprus vraag je je af hoe het verder zal gaan met dit verscheurde land. Nog steeds zijn er zo’n 40.000 Turkse soldaten gelegerd in het bezette Noorden. Toch zijn er kleine tekenen van hoop. Begin september 2008 hebben de Cypriotische president Dimitris Christofias en de Turks-Cypriotische leider Mehmet Ali Talat met elkaar gesproken in de door de VN bewaakte bufferzone. Na afloop verklaarden ze dat ze een ‘gemeenschappelijke wens’ hebben om tot een akkoord te komen.

Noten:
3 Zie ook Eikonikon (97)18, Mozaïeken als geschiedenis
4 W.A. Daszewski, Guide to the Paphos mosaics (Cyprus Cultural Foundation)
5 Gegevens website Nicosia Municipality

754