Ank Landwier-Boonekamp
Op zondag 9 juli 2006 ben ik vroeg uit de veren gegaan om vanuit Maastricht vóór 09.00 uur in te kunnen checken op de luchthaven Schiphol voor mijn twee weken durende pelgrimsreis met Willibrord Tochten naar Lviv in Oekraïne.
Het was al weer een tijd geleden dat een bevriende ikonenschrijfster uit Amsterdam, en een artikel in EIKONIKON me op deze mogelijkheid attent gemaakt hadden. Een mogelijkheid om de specifieke techniek van het ikonen schrijven van deze derde bakermat van de ikonencultuur te mogen leren was een spannend vooruitzicht. Tijdens en na het inchecken trof ik mijn medereizigers. Drie vrouwen kende ik al van cursussen in Nederland. Zeven andere vrouwen en een man brachten het aantal van onze groep op het mooie getal twaalf. We vlogen, via een overstap in Wenen, in drie uur tijd naar een land dat zo groot is als Frankrijk en Duitsland samen, ofwel bijna 18 maal Nederland met bijna 50 miljoen inwoners. Toen we van het vliegveld bij Lviv naar de stad reden viel ons op dat de buitenwijken eindeloze rijen vervallen huizen en flats telden, terwijl een gedeelte van het centrum prachtig opgeknapt was, gelauwerd met veel groen. Later hoorden we dat het centrum op de werelderf-goedlijst van de UNESCO staat en dat de stad in 2003 zijn 750-jarig bestaan gevierd heeft en bijna een miljoen inwoners telt.
Lviv ligt 80 kilometer van de grens met Polen. In het Pools heet de stad Lwów, in het Russisch Lvov, in het Latijn Leopolis en in het Nederlands en Duits Lemberg. Deze veelheid aan namen weerspiegelt de bewogen geschiedenis van de stad, die cultuur-historisch tot de belangrijkste steden van Midden-Europa behoort. De betekenis van al die namen kan worden teruggevoerd naar ‘leeuw’ welk vorstelijk dier dan ook altijd het symbool van de stad is geweest Je komt het overal, in allerlei uitvoeringen tegen. De stad staat bekend als ‘Florence van het oosten’. Tussen de prachtige monumenten in neostijl, gotiek, barok, classicisme en Jugendstil reden wrakken van trams, busjes, trolleys en auto’s. Wie weet welk onderkomen ons tot verblijf zou gaan dienen? Welnu, dat was een verrassing. Een prachtig, geheel nieuw gebouw, midden in de bossen met een gastenverblijf voorzien van ruime kamers en alle comfort. Het was een katholiek bisschoppelijk retraitehuis, dat gerund werd door meest zeer jonge nonnen, die vlakbij hun klooster hadden. De welkomstmaaltijd beloofde eveneens veel goeds. Rode bietensoep, tomaten, komkommer, heerlijke koolsalade met hartige hapjes en zoete koek na.
Onze 88 academische lesuren, onder-verdeeld in 36 uren theorie: theologie van de ikoon en Byzantijnse kunst en 52 praktijkuren werden gegeven in de lokalen en praktijkruimtes van de katholieke universiteit in Lviv.
Wat de praktijk betreft hebben de professoren het op het laatste moment af laten weten en hebben we les gehad van studenten die ikonen schrijven leerden op de kunstacademie. Door veel te vragen zijn we toch aan onze trekken gekomen. Mijn doel om een typisch Oekraïense ikoon te schilderen is me gelukt. Ik had gekozen voor de Synaxis van de aartsengel Michaël – omstreeks 17 de eeuw – 136 x 89,5 cm – Stad Dolyna – regio Ivano-Frankivsk.
Het lindehouten paneel waarop geschilderd werd was erg ruw (met een plamuurmes) voorbewerkt met krijt (levkas), waardoor we wel een halve dag hebben moeten schuren om een acceptabele ondergrond te krijgen. We hebben geleerd met weinig middelen, pigmenten, ‘goud’ (bladmetaal), water, bier en karige penselen een ikoon te schilderen. Van plastic flessen knipten we bekers om de penselen uit te kunnen spoelen en in de plastic omhulsels van onze fotorolletjes deden we het eigeel met het bier. Je moet je voorstellen dat het in 1990, na zeventig jaar voor leken weer toegestaan was om ikonen te schrijven. Die lange periode van verbod heeft er toe geleid dat er van de oorspronkelijke techniek niet meer zoveel bekend was. Erg jammer. We hebben de, meestal zeer jonge, mensen aangeraden om oude vakgenoten op te sporen om zo de in de loop van de tijd ontstane hiaten te dichten.
Onze dagelijkse tocht van ons gastverblijf naar de universiteit duurde zo’n half uur. Als het weer eens zo hard geregend had, dat de putdeksels weggestroomd waren, moesten we met ons personenbusje, waarin onder meer de airco bestond uit een ventilatortje, slalommen tussen de boomstammen. Ja, je leest het goed. Langs de wegen lagen boomstammen klaar om in voorkomend geval, de in de weg gevallen gaten te markeren en zo nare ongelukken te voorkomen. Opvallend waren ook de mensenmassa’s die af en aan liepen. Overal mensen, op weg van en naar. Veel van hen verkochten, om iets te verdie-nen, langs de weg hun eigen gekweekte of gemaakte producten. Ze kwamen uit de verre omgeving en, zoals reeds gezegd, allemaal te voet. Stroomuitval en geen water kwam regelmatig voor. Eigenlijk kwam er maar drie uur per dag water uit de kraan. De graanoogst werd ondanks de onmetelijk grote velden met de zeis binnengehaald. Alle dieren zoals koeien, paarden en schapen liepen los. Er was nergens een omheining; dat wil zeggen voor de dieren. Omheiningen waren er genoeg, maar dan rond gebouwen. Erg surrealistisch. ‘Waar vind je de meeste gekken; voor of achter de hekken?’ , vroegen wij ons af.
In het vijf verdiepingen tellende universiteitsgebouw, zonder lift, hebben we in die twee weken heel wat zweetdruppeltjes gelaten. Het was niet alleen warm; de theorie die we ‘s morgens hadden, werd in het Engels gegeven en overhoord middels een klein examen. De historie vanaf 400 jaar na Christus, het ontstaan van de Byzantijnse kunst, de spirituele tendensen, de architectuur, de kerken en hun interieur en de specifieke technieken en tradities van de verschillende scholen waren aspecten die in die ochtenden aan de orde kwamen. Onder andere uitleg over het fenomeen waarom Christus oud afgebeeld wordt, terwijl hij jong gestorven is en jong afgebeeld wordt als hij samen met Johannes de Doper getoond wordt. Het symbolische van de afbeelding van de twaalf apostelen terwijl die in werkelijkheid niet samen geleefd hebben, en vele, vele andere interessante aspecten.
Wat het werken aan de ikoon betreft ben ik dolgelukkig dat ik het nodige materiaal meegnomen had. Zoals al eerder vermeld waren de aanwezige hulpmiddelen zeer karig. Dan blijkt pas hoe je doekjes en papier kunt missen. Het voordeel is dat je vindingrijk wordt. In mijn ikoon heb ik de verdikte versieringen opge-legd met krijt. Nadat ik de lijnen met gebrande amber en een beetje cadmiumrood heb overgetrokken heb ik het met schellak afgedekt. Zo heb ik ook geleerd om ‘goud’ te knippen zonder vloeipapier. Volgens mij hebben we het in de ogen van onze ‘docenten’ goed gedaan. Ze kwamen er maar niet over uit dat ons in hun ogen oude-re, gezelschap zo professioneel werken kon en dat er zelfs zeventigers bij waren konden ze nauwelijks geloven. Daar zagen die pelgrims uit Nederland beslist niet naar uit!
Tussendoor hebben we met moeite een boekenwinkel kunnen vinden waar het boek wat je, heel goedkoop, kopen wilde, meteen ook het enigste exemplaar bleek te zijn. Jammer voor de andere geïnteresseerden in Nederland die je in gedachten had. Ook hebben we tijd gehad om een openluchtmuseum te bezoeken en een restauratieatelier waarin de mensen, naar onze mening onder erbarmelijke omstandigheden werken moes-ten. In ons enige vrije weekend hebben we in de stad, het Lviv Nationaal Museum met zijn bijzondere ikonencollectie, een museum met schitterend geborduurde ikonen en onder meer een orthodoxe, Armeense en Grieks-katholieke kerk bezocht. Ook het operagebouw was een juweeltje. Het was ongelooflijk slecht weer. De regen kwam met bakken uit de lucht, en dat terwijl talloze bruidjes met hun familie er de dag van hun leven van probeerden te maken. Tijdens zo’n onweer zijn we een houten kerkje binnen gevlucht met een heel oude ikonostase en prachtig geborduurde vaandels en gordijnen.
Op een maandag hebben we het indrukwekkende Grieks katholieke klooster Univ bezocht en de zaterdag voor onze terugreis het kasteel Olesko met een interessante ikonencollectie. De tocht daarheen duurde zo’n anderhalf uur en voer door een mooi landschap met opvallend veel ooievaarsnesten op de elektriciteitspalen. Op onze laatste dag, zondag 23 juli dus, hebben we nog een wandeling door de stad gemaakt met onder meer een bezoek aan de Armeense, Poolse en Joodse buurt.De Joodse buurt was erg onderkomen. Hun synagoge een ruïne. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn 80.000 Joden omgekomen. In de stad zijn veel prachtige parken waar de bevolking volop van profiteert. Vooral in het weekend zijn er heel veel mensen die wandelen, praten, spelen en het grote voordeel is dat er van zaterdagavond tot zondagavond geen auto’s mogen rijden.
Onze terugreis is bepaald chaotisch verlopen. Vooral bij de overstap in Wenen. Twee van onze reisgenoten zijn zoek geraakt en niet met ons naar Schiphol gevlogen. Het is wel goed gekomen, gelukkig.
Alles overziend is het één groot avontuur geweest. Om te voorkomen dat de ikoon niet door de douane zou komen is er een foto gemaakt van mijzelf terwijl ik aan de ikoon aan het werken ben. Een certificaat van de universiteit en stempels op de achterkant van de ikoon vergezelden de foto. Wat dat betreft is het goed gegaan. Na mijn aankomst op Schiphol heb ik het één dag benauwd gehad omdat de koffers van het hele gezelschap zoek waren, met daarin, in mijn koffer, mijn met veel inspanningen en zweetdruppeltjes en onder primitieve omstandigheden verworven ikoon van de bijeenkomst van Michaël met zijn elf aartsengelen.