Joost Heutink
Ditmaal geen groot en imposant paneel als Ikoon van de Maand, maar een kleine, haast onopvallende huisikoon. De ikoon is te zien in de Feestdagenzaal van het Ikonenmuseum Kampen en de voorstelling betreft de Geboorte van de Moeder Gods, een feest dat vorige maand, op 8 september, in de Russisch-orthodoxe kerk werd gevierd.
Het is bij een bezoek aan het Ikonenmuseum zeker de moeite waard om eens wat langer stil te staan bij dit kleine meesterwerkje. Dat het hier om een huisikoon gaat, bedoeld voor de persoonlijke devotie, valt niet alleen af te leiden uit het kleine formaat, maar ook uit de plaatsing van heiligen in de rand (polje) van de ikoon. Soms gunnen de randheiligen een blik in het persoonlijke leven van de eigenaar of opdrachtgever van de ikoon. Op deze ikoon zijn links keizer Konstantijn en Sergej van Rdonjez¹ afgebeeld. Rechts zien we de artsenheilige Panteleimon, afgebeeld in soldatentenue, en Tichon. De ikoon is kleurrijk en bijzonder fijn geschilderd, een teken dat de opdrachtgever bemiddeld moet zijn geweest.
Wat de ikoon zo bijzonder maakt, is het merkwaardige gebruik van perspectief. Nog altijd wordt door sommige kunstcritici verondersteld dat Russische ikonenschilders maar weinig kaas hadden gegeten van het perspectief zoals wij dat kennen uit schilderijen van bijvoorbeeld Vermeer. Niets is natuurlijk minder waar. Ikonenschilders gebruiken perspectief slechts met een ander doel, namelijk om de Boodschap van de ikoon te benadrukken. Op deze ikoon is het perspectief van de gebouwen dusdanig gemanipuleerd, dat de ikoon doet denken aan het werk van de bekende graficus M.C. Escher (1898-1972). De gebouwen die op de ikoon zijn te zien, zijn zo merkwaardig met elkaar verweven, dat er bijna een optische illusie ontstaat. Deze optische illusie is echter geen doel op zich. De architectuur brengt de verschillende elementen van het verhaal van de Geboorte van de Moeder Gods met elkaar in verband en plaatst het geheel in een “perspectiefloze” en dus oneindige, eeuwige context. Overigens, deze ikoon werd rond 1800, dus ca. 100 jaar voor de geboorte van Escher vervaardigd.
Linksboven en rechtsboven op de ikoon is te zien hoe een engel Joachim en Anna vertelt over de naderende geboorte van hun dochter. Anna en Joachim waren beiden al op leeftijd, maar hadden altijd gehoopt en gebeden voor de komst van hun eerste nakomeling. Ten tijde van de aankondiging had Joachim zich in de woestijn teruggetrokken. Dit deed hij om te vasten en om aan de vernederingen te ontsnappen die hij vanwege de kinderloosheid van Anna had moeten ondergaan. Kinderloosheid werd namelijk alom gezien als een straf van God voor de zonde van de echtelieden. Kort tevoren hadden Joachim en Anna een offer willen brengen in de tempel in Jeruzalem, maar de hogepriester had hun offer geweigerd vanwege deze veronderstelde zonde. Nadat hij veertig dagen in de woestijn had doorgebracht, werd Joachim door een engel naar huis gestuurd. Anna kreeg bezoek van dezelfde engel, die haar de opdracht gaf haar mooiste kleren aan te trekken en Joachim bij de stadspoort van Jeruzalem op te wachten.
Midden boven op de ikoon is de ontmoeting tussen Joachim en Anna voor de Gouden Poort van Jeruzalem voorgesteld: op vertederende wijze omhelzen en kussen ze elkaar.
Linksonder op de ikoon rust Anna uit op haar kraambed, terwijl de Moeder Gods voor het eerst wordt gewassen. Dienstmeisjes voorzien Anna van eten en drinken. Rechts zitten Joachim en Anna naast elkaar, met hun kind op Anna’s schoot.