Joop Brussé
Mijn interesse gaat uit naar de invloed die ikonen hebben gehad op vroege schilders. En vooral voor de invloed van ikonen op het werk van vroege Vlaamse schilders. Daar hoort zeker ook het verhaal bij van de ikoon van Laon.
Het verhaal begint in 1204, als de kruisvaarders Konstantinopel in-nemen en plunderen. Zij doen dat op verzoek van Venetië en Rome. En een deel van de opbrengst van de plundering komt dan ook in Venetië en Rome terecht.
Maar de leiding van de kruisvaarders is in handen van Bourgondische edelen en die nemen dan ook (aanvankelijk) de leiding van het bezette Konstantinopel in handen. De eerste Latijnse heerser is Baldwin, graaf van Hainaut en Vlaanderen (Hainaut is een zuidelijke provincie van het huidige België). Het spreekt vanzelf dat er daarom in deze streken grote belangstelling was voor Byzantium en zijn vele schatten. En vanzelfsprekend kwam er ook het een en ander uit Konstantinopel in genoemde streken terecht.
Nu de sfeer rond het begin van de 13e eeuw is neergezet gaan wij naar Laon, nu nog steeds een prachtige oude stad in Noord-Frankrijk halverwege tussen Cambrai en Reims.
In de buurt van Laon stond het Cisterciënzer klooster van Montreuil-en-Thiérache, dat rond 1249 werd geleid door de abdis Sybille Pantaleon de Troyes. Ook zij wilde haar klooster graag voorzien van een belangrijke reliek. Haar klooster had kennelijk niet gedeeld in de opbrengst van de plunderingen, maar ze had gelukkig een broer (Jacques) die, behalve aartsbisschop van Laon, ook kapelaan van de Paus was. Overigens was die broer zo belangrijk dat hij later zelf Paus zou worden onder de naam Urbanus IV. Zij vroeg hem om haar het sudarium (zweetdoek) van Veronica toe kon sturen zodat ook haar klooster kan profiteren van de vele pelgrims die door het land trokken. Hij stuurde haar echter de ikoon van het Heilige Gezicht oftewel het Mandylion (het woord mandyl is Arabisch voor doek).
De ikoon is met tempera op cederhout geschilderd en de Slavische tekst maakt de herkomst duidelijk; hij wordt gedateerd in de 13e eeuw. De afmeting is 44 x 40 cm., Opvallend is de natuurgetrouwe weergave van het gezicht terwijl de ikoon toch in de 13e eeuw is gemaakt. Toen de ikoon in 1249 door Jacques naar zijn zuster werd gestuurd stond echter in zijn begeleidende brief dat de ikoon de zweetdoek van Veronica voorstelde. Met de ikoon werd het klooster in Montreuil een bekende halteplaats voor pelgrims. Uiteraard werd na enige tijd bekend dat het hier ging om het Mandylion waarmee koning Abgar van Edessa was genezen. En omdat volgens een legende Keizer Tiberius in Rome was genezen na het aanschouwen van de zweetdoek van Veronica, en beide mannen volgens dezelfde legende een huidziekte hadden, was de ikoon zeer geliefd bij lepralijders.
Hierna maken we sprongetje in de tijd en de plaats en gaan naar Brugge waar de chroniqueur van de Abdij in de Duinen aan het eind van de 15e eeuw een tekst vindt waarin wordt gemeld dat op 3 oktober 1262, toen het klooster werd ingewijd, de abt een afbeelding van Jezus op een doek had laten komen. En dat deze afbeelding de reden was van veel opwinding en de bron van veel wonderen. Hoewel het nooit is bewezen is het toch een redelijke veronderstelling dat het hier de ikoon van Laon betreft. Het Mandylion, met de tekst “het gezicht op het doek” was inmiddels de belangrijkste en meest vereerde ikoon in Noord-West Frankrijk. Lang nadat de ikoon is teruggekeerd naar zijn eigen plaats in Montreuil worden er in en rond Brugge nog kopieën gemaakt. We vinden de afbeelding, op een missaal gemaakt in 1454 van het Maria Magdalenahospitaal in Brugge, dat vroeger een leprozenhuis was. En er is een afbeelding te vinden in een getijdenboek, gemaakt in het midden van de 15e eeuw, waarbij Karel de Stoute en zijn tweede vrouw Isabelle van Bourbon mede zijn opgenomen; hij mag het beeld boven hem aanschouwen, zij moet zich beperken tot een blik op haar man en tot de afbeelding in het getijdenboek. De bladzijde is waarschijnlijk gemaakt door Willem Vrelant of zijn school in Brugge. Opvallend bij de Vlaamse versie van de ikoon is dat de afgebeelde figuur zijn bezoeker aankijkt, ook bij de andere Vlaamse versies is dat het geval.
Tussen 1510 en 1515 wordt in Brugge door de navolgers van Gerard David ‘het Heilige Gezicht’ geschilderd, mét nimbus maar zonder doek. Het is in olieverf op paneel en heeft de afmeting 25 x 18 cm., vanwege het formaat mogelijk een opdracht voor huishoudelijk gebruik. Het was dan ook de tijd dat verschillende Pausen vergeving van zonden beloofden aan degenen die bepaalde gebeden uitspraken voor een afbeelding van het gezicht van Jezus. Omdat de oudst bekende plaats van het schilderij in Italië is, is het mogelijk in opdracht van een Italiaanse opdrachtgever gemaakt.
Volgens overlevering is het echte Mandylion in 1241 naar de Saint Chapelle in Parijs gebracht en tijdens de revolutie vernietigd.
Kijken we tenslotte nog even naar de zweetdoek van Veronica: rond 1200 begint de cultus tot verering van deze reliek. De legende wil dat toen keizer Tiberius ziek werd, hij een knecht naar Jeruzalem stuurde om Jezus te raadplegen. Jezus was echter al gekruisigd toen de knecht in Jeruzalem aankwam. Hij ontmoette Veronica en samen met haar en de zweetdoek vertrok hij weer naar Rome. Toen Tiberius de doek zag, genas hij.
Er is nu nog een discussie aan de gang over de vraag of dit reliek is vernietigd tijdens de plundering van Rome in 1527. Er is een schilderij met olieverf op paneel geschilderd door de Meester van de legende van Sante Ursula in Brugge tussen 1500 en 1510. De afmetingen zijn 56 x 31 cm. De gouden achtergrond was rond 1510 allang niet meer gebruikelijk maar refereert aan een ikoon. Veronica draagt rijk versierde Byzantijnse kleren en ook het oosterse aureool geeft een verwijzing naar een oosterse herkomst. Een westers schilderij dat een oosterse sfeer probeert op te roepen. Ook bij dit schilderij is de oudste bekende verblijfplaats Italië en wel een klooster in de buurt van Florence. Mogelijk is dit schilderij daarom ook in opdracht van een Italiaanse opdrachtgever gemaakt. Het past daarmee in het gegeven dat in en rond Brugge in de 14e tot de 16e eeuw nogal wat is geschilderd voor Italiaanse opdrachtgevers. In dit geval daarom westerse kunst, geïnspireerd door het oosten en bestemd voor zuidelijke opdrachtgevers! Over globalisering gesproken.
Tenslotte nog even de opmerking dat de genoemde legenden en begrippen hier natuurlijk wel heel summier besproken zijn. Graag verwijs ik dan ook naar het Ikonen Lexicon van Karin Braamhorst waarin alle begrippen en legenden de aandacht krijgen die zij verdienen.
Bron:
Helen C. Evans (ed.), Byzantium Faith and Power, 2004.
Zie ook een nieuwe bijdrage over de Lierse kopie van de lijkwade van Turijn.