Gerrit van der Arend
Palestina
In het Palestijnse gebied van de Westelijke Jordaanoever had ik op 8 januari 2000 mijn eerste, echte, ontmoeting met ikonen. Met ‘DrieTourreizen’ waren wij in die streek om te zien of men met toeristen daarheen zou kunnen gaan. Het doel van deze groepsreizen is de bijbelse historische plaatsen te bezoeken en de Palestijnse bevolking te steunen door de financiële inkomsten van de toeristen. Op een dag waren wij met drieën naar het klooster van de Heilige Joris aan de Wadi Kelt gegaan. In de vijfde eeuw is dit klooster gebouwd in een gebied waar kluizenaars in grotten huisden. In het klooster zagen wij verschillende kapellen. Eén ervan, uitgehouwen in de rotswand, is toegewijd aan de profeet Elia, die hier volgens de overlevering door de raven werd gevoed. In die kapel zagen wij een grote afbeelding van deze gebeurtenis. Dit was voor mij de eerste echte ontmoeting met een ikoon. Ofschoon het nogal duister was in die grot heeft Elia mij daar ‘aangekeken’.
Langs de diepe kloof van de Wadi zijn we verder getrokken richting Jericho. In die tijd was er geen oorlog en kon dat nog. Het pad was erg ongelijk en de kloof van de Wadi naast ons dreigend, toch was het heerlijk om daar te lopen. Na 5 kilometer kwamen wij in Jericho, de Palmenstad. Volgens de traditie werd Jezus hier bekoord in het rotsgebergte. Tegen de wand van deze berg hangen de gebouwtjes van het klooster van de bekorin-gen. Binnen gekomen zagen wij de steen waarop Jezus gezeten zou hebben toen de duivel hem op de proef stelde. Hier zag ik ook voor het eerst een afbeelding van ‘De Moeder Gods van het Teken’.
Dordrecht
Deze beelden lieten mij niet meer los. Terug in Nederland wilde ik meer weten over ikonen. Ik kreeg de gelegenheid om in diezelfde winter mee te doen met een ikonencursus in het karmelietenklooster van Dordrecht. Dat viel nog niet mee. Veertien avonden van Middelharnis naar Dordrecht door winterweer: kou, mist en gladheid. De lessen duurden 2 uur, maar… de pigmenten stonden klaar om te gebruiken, gemengd met eigeel en op de juiste kleur gebracht. ‘De Moeder Gods van Tederheid’ werd mijn eerste ikoon… Dank zij de goede hulp van onze leraar is het een mooie afbeelding geworden.
In de winter van 2001 ging ik weer op en neer naar Dordrecht. Die cursus leverde na veertien weken de ikoon van de ‘Pantokrator’ op. Toen was het afgelopen. Vanwege de vele aanmeldingen mocht men maar twee keer met een cursus meedoen. Mijn eerste stappen op de ikonenweg waren gezet. In Dordrecht had ik gehoord over het blad: ‘Eikonikon’. Direct heb ik mijzelf daarop geabonneerd en alle oude nummers (toen 65 stuks) besteld. Hiermee kreeg ik een schat aan informatie, niet alleen beschrijvingen van ikonen en reizen, maar ook praktische informatie over techniek, cursussen en tentoonstellingen. In het nummer van maart 2001 las ik onder ‘Tentoonstellingen’: ‘In het Museum voor Religieuze Kunst in Uden: God Geprezen – Ikonen uit eigen collectie’. Alsof het zo moest zijn vond ik bij de ingang van het museum één klein kaartje waarop een ‘Cursus Ikonen Schilderen door Geert Hüsstege’ werd aangeboden.
Helvoirt
Sinds 2001 volg ik nu cursussen bij Geert. Gelukkig geen veertien avonden meer door weer en wind maar tien volle dagen intern in het Conferentieoord Emmaüs te Helvoirt.
Voor iedereen is daar een flinke zitslaapkamer voorzien van douche en toilet. Met klokkengelui (van een CD) worden we gewekt. De dag begint met Eucharistieviering in een kleine sfeervolle kapel waarna ontbijt. Om negen uur gaat de cursus van start met het gebed van de ikonenschilder, het is hier echt ‘ora et labora’. Met gebed en hard werken komen de ikonen tot stand. Het aantal cursisten bedraagt nooit meer dan twaalf personen, zo kan de leraar aan iedereen voldoende aandacht schenken. In Helvoirt gebruiken we een mooie, ruime zaal en ieder heeft zijn/haar eigen tafel. Het principe is steeds dat de leraar iets voordoet en dat de leerlingen het daarna zelf proberen. Er zijn twee verschillende afbeeldingen: één voor de beginnelingen en één voor de meer gevorderden. Bijvoorbeeld: de Moeder Gods – een halffiguur met een groot gelaat – voor de eerste groep en de Emmaüsgangers – drie personen ten voeten uit met kleine gezichten – voor de tweede groep.
Er worden natuurlijke producten gebruikt: houten planken (panelen) om op te schilderen (geen MDF of triplex), een tiental pigmenten (verschillende soorten aarde en kunstmatige mineralen), eigeel (het bindmiddel voor de pigmenten) en bladgoud.
De ikonenpanelen zijn al klaar voor gebruik. Het voorbereiden van de planken vraagt op zijn minst twaalf dagen. Er wordt namelijk een twaalftal lagen op de plank aangebracht: lijm-, doek- en krijtlagen. De voortekening van de ikoon wordt aan de achterkant ingewreven met Engels rood pigment en op de plank overgebracht door de figuur over te trekken.
Het maken van een ikoon is gebaseerd op theologische gedachten. Zo zou eerst het goud opgelegd moeten worden (b.v. op de nimbus) omdat God de Eerste is. Bladgoud is echter kwetsbaar, daarom brengen wij dat later aan. De bijbel zegt over het begin van de schepping: ‘De aarde was nog woest en doods…’ (NBV), een ‘chaos’ dus. Zo begint ook het werken aan de ikoon met een waterige oplossing van geelbruine sienna en een van chroomgroen. Hiermee worden overal (behalve waar het goud moet komen) grote gele waterige vlakken aangebracht en daarover weer groene vlakken.
Over de ‘chaos’ komen transparante lagen van rood (de goddelijke kleur) en groen (de aardse kleur). Langzaam ontstaat er een donker bruine kleur die de verbondenheid met de Schepper en de schepping uitbeeldt. Dit is de ondergrond waarop met steeds lichter gekleurde laagjes de afbeelding geschilderd wordt. Het licht dat zo langzaam uit de duisternis komt is het belangrijkste van de ikoon.
Het moeilijkste vind ik het oplichten van het gelaat en vooral de ogen. Steeds ben ik bang dat er iets mis gaat met die ogen. Het zijn juist de ogen die de ikoon tot leven brengen. Gelukkig staat Geert altijd klaar om aanwijzingen te geven. Maar hij wil dat je het eerst zelf probeert, zelf die ogen laten kijken en die mond laten spreken. Als het helemaal niet lukt, zal Geert met een paar streekjes van zijn penseel laten zien hoe het moet.
In plaats van ‘ikonen schilderen’ spreken wij van ‘ikonen schrijven’. De ikoon is als een taal die geschreven wordt en die je moet leren lezen. Goud, rood, groen, wit… ze hebben allen een bepaalde betekenis. Heiligen worden herkend aan hun kenmerken: kaal hoofd, kleine baard, hoofddeksel, kleding, staf … Het zijn allemaal tekens als van een alfabet.
Tien dagen ikonen schrijven is voor mij een strijd, die uitgevochten wordt met de af te beelden persoon. Dag in dag uit ben je met hem bezig, je krijgt een band met hem. Je praat met hem, je vraagt om hulp… Het is een heel intense geestelijke bezigheid. Een enkele keer wordt het voor iemand te veel en gaat ie een eindje wandelen. Op een dag begon iemand ineens te huilen… Tranen van vreugde.
Op de tiende dag ’s middags is de ikonen-wijding. Al het werk dat we de afgelopen dagen gedaan hebben wordt pas echt een ikoon als de afbeelding gewijd wordt. Door de wijding wordt de ikoon onttrokken aan het alledaagse gebruik en bestemd voor het geestelijke. Dus dan kan het ikonenpaneel niet meer als een broodplank gebruikt worden. De wijding wordt meestal gedaan door een priester die ook voorgaat in de Byzantijnse vieringen. Familie en vrienden worden voor de ikonenwijding uitgenodigd. Het is een feestelijke samenkomst, een waardig einde aan tien dagen hard werken.
Na de viering is er een koffietafel. Het is de laatste keer dat we samen zijn, we nemen afscheid. Het is een fijne tijd geweest. We gaan weer blij naar huis ieder met een mooie ikoon. De verf is wel droog maar het zal nog minstens negen maanden duren voordat het verhardingsproces voltooid is. Dan pas kan de ikoon ingewreven worden met speciale olie (olifa), die de kleuren nog meer tot leven brengt en de ikoon beschermt als een vernislaag.
Leimuiden
Het was fijn in Helvoirt. Echter de te kleine behuizing van het gezin Hüsstege noodzaakte Geert met zijn gezin om te verhuizen. Een advertentie van de Stichting ‘Dank & Hoop’ bracht hen naar Leimuiden, onder Schiphol. Sinds 1 april 2004 is een honderd jaar oude boerderij gelegen aan het brede water van de Drecht het nieuwe Ikonencentrum geworden. De oude koeienstal is veranderd in een zaal, waar de kenmerken van de honderd jaar oude stal duidelijk aanwezig zijn. De palen en balken hebben een rode kleur gekregen en stralen oudheid en warmte uit. Deze achtergrond vormt een prachtige harmonie met de volgens oude traditie ‘geschreven’ ikonen aan de muur.
De eerste cursussen zijn alweer achter de rug: een tiendaagse cursus ikonen schrijven en een driedaagse cursus ikonen tekenen. Tot nu toe kregen wij een voortekening om die op de plank te kopiëren. De tekeningen van alle leerlingen waren hetzelfde. Door zelf een ikoon te tekenen en niet over te trekken leg je automatisch iets van jezelf in de afbeelding. Zo tekent de één een forse figuur en maakt de ander een afbeelding met fijne trekken. Ook al wordt de ikoon niet gesigneerd, toch kan de maker herkend worden aan zijn stijl, die begon bij de tekening.
Het Ikonencentrum aan de Drecht ligt in een prachtig natuurgebied. Geert en zijn gezin hebben nu een veel groter huis dan voorheen. Voor de toekomst zijn er allerlei plannen voor een kapel en een huisvesting voor de cursisten. Nu nog logeren zij bij particulieren in de omgeving of verblijven in een caravan of tent.
Dit jaar is er al veel werk verzet in het nieuwe Ikonencentrum. We bidden en hopen dat alle toekomstplannen werkelijkheid mogen worden en de ikonen ook in Leimuiden een nieuwe taal gaan spreken.
De foto’s zijn genomen in Helvoirt en Leimuiden.
Informatie: www.iconen.nl en telefoon 0172- 508286