Pinksteren en de Uitstorting van de Heilige Geest

Pinksteren en de Uitstorting van de Heilige Geest

Désirée Krikhaar

Pinksteren: in het Westen het feest van de Heilige Geest, in het Oosten het feest van de Triniteit.
Pinksteren is een van de grote feesten, waarin de Godsverschijning, de Theophanie, wordt gevierd.

Het feest van Pinksteren behoort bij twaalf hoofdfeesten van Orthodoxe kerk, de Dodekaorton. Deze feesten zijn alle gegroepeerd rond het grote Feest der Feesten, zoals de grote Byzantijnse kerkvader Gregorius van Nazianze het feest van Pasen pleegt te noemen.

PinksterenIn de traditie van de ikonen is het feest van Pinksteren altijd in de rij van de feesten opgenomen, hoewel de definitie van de twaalf feesten in verschillende kerken uiteenloopt.
In de achtste eeuw is door de theoloog Johannes van Euboia een lijst van feesten samengesteld, die bijvoorbeeld in het vierluik van het Catharinaklooster in de Sinaï zijn opgenomen. In de loop der eeuwen zijn kleine veranderingen in de samenstelling van de feesten doorgevoerd, maar Pinksteren is steeds gebleven, denk maar aan de Russische metalen tetraptycha, waar het derde luikje de Pinksterikoon herbergt.

Het is niet bekend waar en wanneer het Pinksterfeest precies is ontstaan. Algemeen wordt aangenomen dat het Joodse Wekenfeest de voorloper is geweest voor ons Pinksterfeest. Het Joodse Pinksteren was ook verbonden met Mozes, die op berg Sinaï de Stenen Tafelen met de Wet van God ontvangt. Hier vond de openbaring van de Wet plaats. Een nieuwe tijd brak aan onder de Wet. En de zeventig oudsten kregen letterlijk de Geest.

In het Nieuwe Testament is een vervolg op deze openbaring te lezen, want de apostelen gaan het Evangelie aan de volkeren brengen, nadat ook zij de Geest hadden gekregen. De drieduizend eerste dopelingen krijgen ook de Geest (Hand.2,41: ‘die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten’). Exodus en Handelingen zijn hier dus prototype (voorbeeld) en antitype (navolging). Een nieuwe schepping breekt nu aan en de hand van God is de schepper.

Pinksteren in christelijke kerk is de kosmische overgang van de Geest in het Oude Testament naar de Geest over de jonge kerk. God liet het Woord incarneren, Christus Zijn Zoon werd Vlees. God is de Schepper, zijn Zoon is de Sterke en de Geest is de Trooster. Daarmee is de trinitaire idee van de doxologie ‘Heilig, Heilig, Heilig’ gestalte gegeven, zoals deze in de orthodoxe kerk gebeden wordt: Heilige God, Heilige Sterke, Heilige Onsterfelijke.
In veel literatuur wordt gesproken over Pinksteren als een belangrijke en vooral vrolijk feest, doordrongen van trinitaire gedachten. Heel informatief is het pelgrimsverslag van Egeria. Zij reisde in de vierde eeuw als pelgrim naar het Heilige Land, volgens haarzelf uit nieuwsgierigheid, maar ook uit vroomheid. Zij bezoekt de heilige plaatsen en geeft de prachtigste beschrijvingen van de rituelen, die op die heilige plaatsen worden uitgevoerd.
Op de vijftigste dag, zo schrijft zij, wordt vanaf het eerste hanengekraai in de Anastasis-kerk in Jeruzalem een wake gehouden. Vervolgens gaat het volk naar het Martyrium, waar de gebruikelijke ritus een beetje vlot wordt afgehandeld, zodat voor het derde uur iedereen naar Sion kan. Op het derde uur wordt daar voorgelezen uit de Handelingen (2,1-12). Na de ‘gebruikelijke orde’ keert iedereen naar huis om een slaapje te doen en daarna klimt iedereen de Olijfberg, Eleona op. Het zesde uur is de gehele christengemeente verzameld op Imbomon, de plaats waar Christus ten hemel voer. Er worden lezingen voorgelezen (Lucas 24, 50-51 en Handelingen 1, 9-11) en er worden hymnen gezongen. De gelovigen en de catechumenen (nog niet gedoopten) worden gezegend en inmiddels is het al het negende uur. Iedereen daalt in een grote bedevaart af naar de grot in Eleona, waar Christus zijn leerlingen onderwees. Er wordt een vesper gehouden. Dan gaat omstreeks het tiende uur iedereen naar het Martyrium, voetje voor voetje, zoals Egeria schrijft. Inmiddels is het nacht geworden en blijft men zingen en de gelovigen en de catechumenen worden steeds maar weer gezegend. Teruggekeerd in de Anastasis-kerk wordt gebeden en gezongen. De bisschop wordt onder gezang weer naar Sion gebracht, daar worden lezingen voorgelezen, er wordt gezongen en tenslotte wordt de menigte weggezonden. Iedereen komt naar voren om de hand van de bisschop te kussen en de rond middernacht keert iedereen naar huis.

Egeria noemt deze dag een ware krachtsinspanning, omdat vanaf het eerste hanengekraai tot middernacht iedereen doorgaat met de vieringen. En alle gebeden worden staand ge-beden, tot de maandag van Pinksteren, dan mag men pas weer knielen.
In de teksten van Egeria vinden we de verbinding tussen Hemelvaart van Christus en Pinksteren. In de vroeg-christelijke tijd was de Hemelvaart van Christus het moment van de voltooiing van werk van verlossing.

pinksterennovgorodIn 341 tijdens het Concilie van Antiochië is de tessarakoste (Grieks voor veertig) gedefinieerd. Dit hield in dat rond het Feest van Pasen 80 dagen waren gegroepeerd: 40 als vastentijd ter voorbereiding van Pasen en 40 dagen na Pasen, als voorbereiding op de komst van de Heilige Geest. En op die veertigste dag na Pasen werd de Hemelvaart van Christus gevierd, waarvoor in ruil dus de Heilige Geest afdaalt over de gelovigen. Zo staat het ook in de Handelingen (1,3-10).

Pas rond 375 zijn Hemelvaart en Pinksteren op papier gescheiden, maar in de praktijk gebeurde dit pas in de vijfde/zesde eeuw. De tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn dan een extra periode van bezinning, een voorbereiding voor de komst van de Heilige Geest.

 

478