Janrense Boonstra, directeur Bijbels Museum Amsterdam
Tentoonstelling in Amsterdam, 15 februari t/m 1 juni 2003
Het Bijbels Museum in Amsterdam toont in de voorjaarsexpositie een bijzondere collectie ikonen afkomstig uit de Griekse stad Veria.De stad Veria, al bekend vanuit de Oudheid, ligt in de omgeving van Thessaloniki, de belangrijkste stad van Macedonië vanaf de Hellenistische tijd. De nabijheid ervan droeg veel bij aan de economische en de artistieke ontwikkeling van Veria.
Veria wordt al vermeld in bronnen die teruggaan tot de vijfde eeuw voor Christus. Toch moet de stad ook al voor deze periode bestaan hebben. De naam ervan kan ook in verband worden gebracht met de Griekse mythologie. De lange geschiedenis van de stad en zijn betekenis wordt bevestigd door de vele archeologische vondsten in het gebied.
Rond het jaar 50 koos de Apostel Paulus het toenmalige Berea uit om het Christendom te prediken. Opgravingen hebben vondsten uit de eerste eeuwen aan het licht gebracht. Veel groter zijn echter de restanten uit de Byzantijnse periode, die loopt tot circa 1430, en de eeuwen daarna, toen de stad in bezit was van de Turken.
Veria telt 48 kerken uit de Byzantijnse en post-Byzantijnse tijd. Hierin bevinden zich vele kunstwerken: muurschilderingen, ikonen, beeld- en houtsnijwerk en allerlei vormen van kunstnijverheid. Sommige werken evenaren in kwaliteit de kunstwerken uit Thessaloniki en Constantinopel, andere weerspiegelen de kwaliteit van lokale en regionale ateliers.
Veria heeft een van de rijkste ikonen collecties van Griekenland. Het Byzantijns Museum bezit circa 500 ikonen en een zelfde aantal is te vinden in de kerken van de stad en in het bezit van de Metropoliet of Aartsbisschop. Vele ervan worden nog steeds vereerd in de kerken en dragen op deze wijze bij aan het in stand houden van de Orthodoxe traditie en de kunst.
De tentoonstelling in het Bijbels Museum toont een selectie ikonen uit de kerken en de verzameling van de Metropoliet. De ikonen worden chronologisch geëxposeerd, van de 12de tot aan de 18de eeuw. De vroegste of Byzantijnse ikonen – tot het midden van de 15de eeuw – zijn geschilderd in Constantinopel of Thessaloniki. Veria had intellectuele en artistieke banden met deze twee steden. De ikonen uit deze periode onderscheiden zich door hun verfijnde kleuren, vakkundige penseelvoering en hun vermogen tot het uitdrukken van expressie en karakter van de afgebeelde figuren.
De ikonen uit de 15de eeuw en later, ten tijde van de Turkse overheersing, staan in de Byzantijnse traditie maar tonen grote verschillen in stijl en techniek, afhankelijk van plaats en moment van schepping. Komend uit de ateliers van Thessaloniki paren ze een zorgvuldig vakmanschap aan een zeker academisch karakter. De ikonen uit de regionale en locale werkplaatsen zijn meer conventioneel en sober met een ruwe weergave van de figuren en gezichten.
Toch zijn alle ikonen – of ze nu het werk zijn van grote of middelmatige ateliers – een weerspiegeling van hun tijd en bovenal van het voortdurende geloof en de liefde die wordt opgevat om de Byzantijnse orthodoxe traditie en het Griekse karakter ervan in stand te houden.
Bijzondere stukken
De tentoonstelling heeft een aantal blikvangers. Meteen bij binnenkomst in de sfeervol verlichte zaal valt het accent op een Christus Pantocrator ikoon. Het dateert uit de bloeitijd van de Byzantijnse schilderkunst in de tweede helft van de 14de eeuw en is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan in een van de zeer goede ateliers in een grote stad als Thessaloniki. Deze Byzantijnse weergave van Christus is pas tien jaar geleden, in 1993, ontdekt. Tot dan toe was alleen de post-Byzantijnse zijde van de ikoon bekend, eveneens een Pantocrator, gedateerd in 1643. De oudste kant van de ikoon toont Christus als een monumentale figuur, geschilderd vanaf zijn middel, tegen een egaal gouden achtergrond. De serene grandeur van de figuur, met de grote ogen, de afwezige gelaatsuitdrukking, de heldere rode mond, de fijne lijnen van het gezicht en de haren en de in de hele ikoon aanwezige schittering maken het tot een van de meesterwerken uit de periode. Het lijkt sterk op de ikoon, gevonden in het Pantocrator klooster op de berg Athos, en eveneens op de Christusikoon uit de Hermitage die dateert uit 1363. Deze ikoon uit Veria is afkomstig uit de ikonostase van de parochiekerk van Hagios Georgios, waarvan de eerste wandschilderingen gedateerd worden rond 1360. Het is dan ook goed mogelijk dat de Pantocrator ikoon tot deze zelfde fase van de kerk behoort.
Een tweede, zeer bijzondere ikoon is pas in januari van dit jaar ontdekt, enkele weken voor de opening van de tentoonstelling in het Bijbels Museum. De afbeelding bevindt zich op de achterzijde van een van de meest vereerde ikonen van Veria, de Moeder Gods uit de kerk van Panagia Phaneromene. Deze ikoon heeft haar vaste plaats op de oostelijke muur van de kerk. Tijdens de voorbereiding van de expositie werd de ikoon van de muur gehaald en zorgvuldig schoongemaakt en geconserveerd. Ook aan de achterzijde werd hierbij aandacht besteed. Na een eerste, voorzichtige verwijdering van de vervuilde lagen kwam er een afbeelding tevoorschijn. De verbindende latten werden verwijderd en eronder bleken zich nog meer restanten van afbeeldingen te bevinden. Bij nadere inventarisatie verschenen onder de over geverfde lagen in totaal vier heiligen, inclusief een deel van hun namen. Ze konden geïndentificeerd worden als Procopius, Georgius, Theodorus en Demetrius. Bovendien bleek aan de onderzijde van de ikoon nog een kleine figuur zichtbaar, vermoedelijk de opdrachtgever. Een bewaard gebleven tekst ernaast vraagt Georgius om hulp. Ondanks de slechte staat zijn de lineaire opzet van de gezichten en de kleding, het frontale aanzicht van de figuren en een zekere archaïsche weergave in de gehele stijl opvallend. Deze aspecten relateren de ikoon aan gelijksoortige afbeeldingen, gevonden in muurschilderingen uit de 12de eeuw. De recente ontdekking is zonder twijfel een van de oudste ikonen in de tentoonstelling.
Naast alle andere hoogtepunten is ook uit een latere periode nog een aantal ikonen een aparte vermelding op deze plaats waard. Uit de ikonostase van de Kathedraal van Petrus en Paulus – de zetel van de Metropoliet van Veria – komt een zestal kleinere stukken met een gemiddelde afmeting van 57 bij 38 cm. Ze zijn alle geschilderd in het tweede kwart van de 17de eeuw. Drie tonen verhalen rond Maria, de drie overige zijn Christus-ikonen: een Transfiguratie, een Kruisiging en de traditionele Paas-ikoon van de Anastasis of de Nederdaling ter Helle. Van de drie Maria-ikonen zijn er twee ontleend aan het apocriefe Evangelie van Nikodemus uit de 5de eeuw. Er is een prachtige geboorte van Maria en een ikoon van haar presentatie in de Tempel. De architectonische achtergrond van de geboorte-ikoon toont grote verwantschap met die van de Annunciatie: twee opvallende torens ter linker- en rechterzijde en een gelede muur die beide verbindt. De handeling van de protagonisten speelt zich op de voorgrond af. Een opvallend detail in de Annunciatie-ikoon is de weergave van David en Salomo, beiden met een tekstrol in de hand. Beiden wijzen met hun rechterhand naar de hoofdrolspelers.
De zes ikonen vormen samen een prachtige rij die de kwaliteit schetst die deze schilderkunst in die eeuw in Veria gelukkig nog rijkelijk bezat.
De tentoonstelling is georganiseerd in samenwerking met het Griekse Ministerie van Cultuur en het Aartsbisdom van Veria, Naousa en Kampania, in het kader van de ‘Culturele Olympiade 2001-2004’.
Illustraties:
1. Pantocrator, derde kwart 14e eeuw, Veria, Griekenland