Otto Tissing
Honderdnegen keizers hebben Byzantium geregeerd in de elfhonderd jaar van zijn bestaan. Daaronder waren drie vrouwen. Vijfenzestig keizerschappen eindigden door moord, verminking, opsluiting of verbanning.
De storm is nog niet voorbij
Constantijn VI, intussen opgegroeid, gedraagt zich zo immo-reel dat zijn moeder, keizerin Irene – zeer zeker ook door machtswellust bekoord – in 797 opdracht geeft hem de ogen uit te steken; de neus afsnijden was immers onvoldoende gebleken. Irene regeert nu alleen verder als vrouwelijke keizer. Zij vat in 800 nog even het plan op in het huwelijk te treden met de westerse Karel de Grote, maar daar komt uiteindelijk niets van terecht. Een paleisrevolutie verdrijft Irene in 802 van de troon en men verbant haar naar het eiland Lesbos.
Irene’s eerste minister Nicephorus I volgt haar op. Hij wordt in 811 gedood in de strijd met de Bulgaren. In diezelfde slag raakt zijn zoon en opvolger Stauracius zo zwaar gewond dat ook deze kort daarna sterft. Michael Rhangabé (= met de harde hand), Nicephorus’ zwager, regeert twee jaar en wordt dan afgezet door Leo V de Armeniër. Deze Leo verwerpt in 815 de besluiten van het Zevende Oecumenische Concilie en neemt die van het concilie van Hiereia weer aan, daarmee de tweede ikonoklastische golf ontketenend. De vernielingen en vervolgingen van deze periode zijn zo hevig dat ze die van de vorige zeker nog overschaduwen. Leo wordt in 820 op kerstdag tijdens de mis in de Agia Sofia vermoord door aanhangers van Michael II Balbus, ex-wapenbroeder van de keizer. Ook Michael is overtuigd ikonoklast en gaat verbeten voort op de weg van zijn voorganger, terwijl achter zijn rug het rijk verder inkrimpt als ook de strategisch belangrijke eilanden Kreta en Sicilië door de Arabieren worden veroverd.
Michaels zoon Theophilus komt in 829 aan de macht en meteen al laat de nieuwe keizer een schoonheidswedstrijd uitschrijven om zich een gemalin te kiezen. Het wordt de later heilig verklaarde Theodora. Ook Theophilus haat beelden en zet de vervolgingen voort tot hij eindelijk in 842 sterft. Zijn zoon Michael III is dan nog pas twee jaar en dus wordt zijn moeder regentes. De ikonodule keizerin laat onmiddellijk in 843 een synode bijeenroepen die opnieuw de verering van beelden afkondigt. Deze daad, waarmee Theodora definitief een einde maakt aan het ikonoklasme, wordt door de Kerk bezegeld met de invoering van het Feest van de Orthodoxie (10 februari). In 856 echter wordt Theodora door haar broer Bardas aan de kant geschoven, op instigatie van de nu zestienjarige Michael.
In 858 wordt te Constantinopel de leek Photius als patriarch aangesteld, een man die onbedoeld de kiem legt voor de grote kerkscheuring van tweehonderd jaar later. In 589 namelijk had een concilie in Toledo bepaald dat de geloofsbelijdenis van Nicaea als volgt moest worden uitgebreid: ‘Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat’. Photius nu maakt pricipieel bezwaar tegen de toevoeging ‘en de Zoon’ (‘filioque’ in het Latijn) en wordt daarover door paus Nicolaas I gekapitteld. Photius neemt dit niet en verklaart inmenging van de Roomse Kerk in Byzantijnse kerkzaken onwettig. Hij gaat zelfs zover dat hij de paus excommuniceert. Ondanks wederzijdse verzoenings-verklaringen in later tijd, zal deze Filioque-kwestie steeds aanleiding blijven geven tot conflicten tussen Oost en West.
De kerstening van Oost-Europa
Cyrillus en Methodius, twee broers, afkomstig uit Thessaloniki, beiden monnik, krijgen in 862 uit Rome opdracht in Groot- Moravië de daar wonende Slaven te bekeren. Omdat dit volk het schrift niet kent, ontwerpt Cyrillus voor hen een op het Grieks gebaseerd alfabet en vertaalt daarna met zijn broer het Nieuwe Testament in de volkstaal. Met veel inspanning en een eindeloos geduld weten beide geestelijken het christendom in Oost-Europa te verbreiden.
Michael III, die nu zo langzamerhand zelf wel eens wil gaan regeren, laat in 865 door zijn vriend Basilius de gehate Bardas doden. Twee jaar later herhaalt Basilius zijn keizermoord, ruimt Michael uit de weg en bestijgt als Basilius I de troon. Na zijn dood in 886 treedt zijn zoon Leo VI Sophos (= de Wijze) aan, die het voor elkaar krijgt – geheel tegen de wet – vier maal te huwen. Zijn laatste vrouw, Zoë Carbonopsina (= met de zwarte ogen), schenkt hem een zoon en opvolger Constantijn VII Porphyrogenetus (= de in purper geborene). Als zijn vader in 912 sterft is Constantijn nog een klein ventje. Leo’s broer Alexander regeert voor hem, maar overlijdt ook na een jaar. Vervolgens wordt de patriarch Nicolaas Mysticus regent, maar moeder Zoë zet al snel deze Nicolaas aan de kant en gaat zelf regeren, tot ook zij in 919 door de legeraanvoerder Romanus I Lecapenus wordt afgezet. Eindelijk, in 945, vindt Constantijn VII de moed om Romanus Lecapenus te verjagen en gaat zelf regeren. Na de dood van Constantijn in 959 treedt Romanus II in de voetsporen van zijn vader, maar Romanus sterft al in 963 en dan is zijn oudste zoon Basilius II nog te jong voor opvolging. De veldheer Nicephorus II Phocas pleegt een staatsgreep, huwt de keizerin-weduwe Theophano en treedt op als regent. Maar Phocas raakt vervreemd van zijn vrouw en zij neemt een minnaar, Johannes I Tzimisces, die ook wel eens op de troon wil en in 969 Phocas vermoord. Tzimisces houdt het vol tot 976, wanneer hij door de inmiddels volwassen Basilius – vaak ook de Bulgarendoder genoemd – wordt opgevolgd.
Lecapenus, Phocas en Tzimisces, hoewel alle drie usurpator, vormen een glansrijke trits hulpkeizers die door hun veroveringen op de Arabieren veel van wat in de voorgaande eeuwen aan gebied in Oost en West verloren was gegaan, wisten terug te winnen. De begaafde Basilius II kon vervolgens het rijk tot ongekende bloei te brengen, dankzij een gezond financieel en sociaal beleid.
Tijdens Constantijn VII’s bewind al was de eerste stap gezet in de kerstening van Rusland. Olga, grootvorstin van Kiëv, reisde in 955 naar Constantinopel en liet zich daar dopen. Haar kleinzoon Wladimir, die in 980 over Rusland gaat rege-ren, wordt benaderd door Basilius II met het verzoek om hulp bij het verslaan van de opstandeling Bardas Phocas. Als beloning belooft Basilius aan Wladimir zijn zuster Anna als vrouw. Wladimir helpt Basilius en verslaat Bardas, maar bij nader inzien wil Basilius zijn zus toch liever niet afstaan aan een heidense vorst . Wladimir veroverert daarop de keizerlijke vesting Cherson (Korsun) en dwingt zo alsnog een huwelijk met Anna af. En zie: Wladimir bekeert zich in 988 en verordonneert dat met hem het hele Russische volk wordt gedoopt.
Het grote schisma
Als Basilius in 1025 sterft, wordt hij opgevolgd door zijn broer Constantijn VIII. In 1028 sterft ook Constantijn. Men dwingt nu zijn dochter Zoë te trouwen met de stadsprefect Romanus III Argyrus, die daarop tot keizer wordt gekroond. Zoë echter raakt verliefd op de hoveling Michael en weet deze er in 1034 toe te brengen haar echtgenoot te vermoorden. In de nacht van de moord huwt Zoë haar minnaar, waarna Michael IV de Paphlagoniër gaat regeren. De keizer gaat echter in 1041 aan epilepsie ten onder en wordt opgevolgd door zijn neef Michael V Kalaphates. Deze keizer begaat de fout Zoë naar een klooster te verbannen. Het volk neemt dit niet en verklaart een jaar later Michael V vervallen van de troon. Naar ‘goede’ Byzantijnse traditie worden hem de ogen uitgestoken. Zoë keert terug en aanvaart samen met haar zuster Theodora korte tijd het keizerschap. In 1042 nog trouwt ze op tweeënzestigjarige leeftijd met een senator die als Constantijn IX het keizerschap aanvaardt en die na Zoë’s dood in 1050 de bijnaam Monomachos (= alleenheerser) krijgt.
Constantijn IX is een onbekwaam en lichtzinnig keizer. Gedurende zijn regeerperiode begint de definitieve aftakeling van de Byzantijnse macht – aan de grenzen vooral door toedoen van de Turken en de Noormannen; in het binnenland door de ineenstorting van het staatsbestel. De mentaal zwakke Constantijn begaat bovendien de noodlottige fout om de ambitieuze en geslepen Michael Caerularius als patriarch van Constantinopel aan te stellen.
Al eeuwenlang was een sluipend proces gaande waarbij Oost en West steeds meer van elkaar verwijderd raakten. Verschil in taal en cultuur, gebrek aan communicatie en verschil in politieke situatie droegen daaraan bij, maar meer nog deden afwijkende opvattingen over theologie, liturgie en kerkelijke leer, en vooral ook wederzijdse miskenning, de vervreemding tenslotte omslaan in nijd.
De sluimerende animositeit komt tot een uitbarsting als de Noormannen Zuid-Italië bezetten, een gebied dat onder de jurisdictie van Constantinopel valt. Keizer Constantijn roept de hulp in van paus Leo IX om de invallers te verjagen, maar deze stelt zijn voorwaarden. De paus had in de afgelopen ja-ren door hervormingen in de Westerse Kerk een oppermachtige positie gekregen en hij had zich bovendien volledig vrij kunnen maken van het zwakke burgerlijk gezag in Rome. Geen wonder dat Leo nu een kans ziet ook het zuiden van Italië bij de pauselijke staten te voegen.
In Constantinopel had patriarch Michael Caerularius het groeiend prestige van de paus met toenemende jaloezie gevolgd en grijpt nu de hooghartigheid van Leo aan om tweedracht te zaaien. Hij aarzelt niet in heel het rijk de verschillen tussen de Griekse en Latijnse Kerk breed uit te meten ter bevordering van de onderlinge afkeer. Tot afschuw van van de pauselijke gezant Humbertus laat Caerularius in Constantinopel alle Latijnse kerken en kloosters sluiten en de geestelijken verbannen. Voor de gezant is de maat vol en op 16 juni 1054 deponeert hij op het hoogaltaar van de Agia Sofia een bul waarin Michael Caerularius door hem wordt geëxcommuniceerd. De patriarch blijft het antwoord niet schuldig en doet op zijn beurt Humbertus in de ban.
Hoewel de directe aanleiding tot het schisma in feite niet meer was dan een ruzie tussen twee hoge geestelijken die elkaar excommuniceerden, is het nooit meer goed gekomen
tussen Constantinopel en Rome, ondanks verschillende toenaderingspogingen. In 1965 spraken beide Kerken hun spijt uit over de gewraakte excommunicaties en besloten deze ‘uit de herinnering en uit het leven van de Kerk’ te bannen. Maar dat ook dit voornemen niet tot verzoening heeft geleid en het wantrouwen is gebleven, werd een tijdje geleden weer eens duidelijk tijdens de bezoeken van paus Johannes Paulus II aan Byzantijns Europa.
Dit is de voorlaatste aflevering in deze serie