Uit het hart van Rusland, Ikonen en miniaturen in het Catharijneconvent in Utrecht

Uit het hart van Rusland, Ikonen en miniaturen in het Catharijneconvent in Utrecht

Bespreking van de expositie najaar 1999. (ingekorte versie)

Anite Haverkamp

Bijzondere Russische kunstwerken voor het eerst in Nederland

posadAl enige jaren worden in Museum Catharijneconvent in Utrecht tentoonstellingen georganiseerd rond het thema ikonen. In 1991 werd de toon gezet met de expositie ëIkonen uit Nederlands bezit’, gevolgd in 1995 door ‘Byzantijnse Kunst uit Roemenie’ en in 1996 met een expositie van Loeboks, volksprenten uit de collectie van het Staatshistorisch Museum in Moskou. Hierdoor zijn de contacten tussen Museum Catharijneconvent en Russische musea zeer goed. In de maand mei van 1995 is drs. H.L.M. Defoer, inhoudelijk directeur van Museum Catharijneconvent, met Simon Morsink naar Moskou gereisd om te onderzoeken of het mogelijk zou zijn een representatieve tentoonstelling van Russische ikonen uit de 15de en 16de eeuw in Utrecht te organiseren. Meerdere bezoeken volgden in de jaren daarna, waarbij door bemiddeling van mevrouw O. Lelekova van het Staats Restauratie Instituut te Moskou contacten werden gelegd met het Rublevmuseum en het Museum van Sergiev Posad. De directies van de twee musea waren van harte bereid om op het verzoek in te gaan en zegden ieder ongeveer 30 ikonen voor de expositie toe. Het Staatshistorisch Museum in Moskou, waarmee het Catharijneconvent al eerder heeft samengewerkt, stond voor de tentoonstelling bereidwillig tien zeer zeldzame handschriften af.

Van 27 augustus tot en met 14 november 1999 zijn daarom ruim 60 zeer bijzondere ikonen en een tiental prachtige geïllustreerde handschriften te zien. Alle meesterwerken dateren uit de 15de en 16de eeuw, een periode waarin Moskou als machtscentrum van Rusland een ongekende artistieke bloei beleeft. Bijna alle kunstwerken op de tentoonstelling in Museum Catharijneconvent hebben tot nu toe Rusland nog nooit verlaten.

Eerst een beetje geschiedenis

kaartVoordat Moskou tot grote macht en roem stijgt, is Kiëv, in het zuiden van Rusland het middelpunt van het Russische rijk. Vanaf 882 is het gebied van Novgorod in het noorden tot aan de grens met Byzantium in het zuiden onder controle van de vorsten van Kiëv. De heersers hebben contacten met het Byzantijnse Rijk, in eerste instantie door middel van rooftochten, later in de vorm van handelsmissies. In de 10de eeuw weet zelfs Vorst Vladimir van Kiëv de hand te bemachtigen van Anna, de zuster van de Byzantijnse keizer. Het geeft aan dat ook de machtige en bijna hemelse Byzantijnse keizer de vorst van Kiëv serieus neemt.

Huwelijken waren bij uitstek een middel om banden tussen vorstendommen aan te halen. Kort daarna, in 988 laat de heidense vorst zich dopen. Vanuit Constantinopel komen geestelijken en kunstenaars naar Kiëv. Langzamerhand verbreidt het christendom zich over Rusland. De introductie van het christendom en de Byzantijnse kunst gaan hand in hand. Vorsten geven opdracht aan Byzantijnse kunstenaars om kerken en kloosters te verfraaien met mozaieken en fresco’s. Ook de kunst van het ikonenschilderen wordt overgedragen. Byzantijnse meesters leren Russische kunstenaars de fijne kneepjes van het vak.

Na 1054 keert het tij voor de Russische eenheid. Oorlogen tussen vorsten en invallen van rondtrekkende steppenvolken maken een einde aan de politieke stabiliteit en decimeren de bevolking. Velen trekken weg, naar het noorden, richting Novgorod om zich in veiligheid te brengen. De macht verplaatst zich naar Midden-Rusland, waar steden als Susdal en Vladimir tot grote bloei komen. In het noorden komt Novgorod op. Het ontwikkelt zich tot een belangrijke handelsstad waar oost en west elkaar ontmoeten.

catha1In 1236 komt er plotseling een eind aan dit alles. Vanuit het Midden Oosten vallen de Mongolen, een woest en meedogenloos steppenvolk, Rusland binnen. Alles wat zij tegenkomen wordt vernietigd. Alle steden, behalve Novgorod dat veilig ligt achter ondoordringbare bossen en moerassen, worden stormenderhand veroverd en geplunderd. Een groot deel van de bevolking wordt afgeslacht en hun houten huizen gaan in vlammen op. Ook de meeste kerken met hun prachtige ikonen overleven de verwoesting niet, zodat er nog heel weinig Russische kunst uit de periode van voor 1236 over is. Bijna twee eeuwen lang zucht Rusland onder het Mongoolse juk, totdat de vorst van Moskou de nationale krachten weet te bundelen en een begin maakt met de verdrijving van de vreemde overheersers. Vorst Dimitrij Donskoi trekt in 1380 ten strijde tegen de Mongolen en weet hen bloedig te verslaan. Voor zijn vertrek heeft hij zich verzekerd van hemelse bijstand door zich te laten zegenen door Sergij van Radonez, de abt van het Triniteitsklooster van Sergiev Posad:

Het klooster van Sergiev Posad

catha2Sergij was een van de leidende religieuze figuren van zijn tijd. Hij steunt actief de Moskouse grootvorsten, die het verzet tegen de Mongolen organiseren en het uiteengevallen Russische rijk willen herstellen. Hij is ook de stichter van het Triniteitsklooster.

De invloed en sterke persoonlijkheid van Sergij zorgen ervoor dat het klooster al snel uitgroeit tot het voornaamste en machtigste klooster van de regio en later van het Russische Rijk. De Moskouse grootvorsten, later tsaren genoemd, schenken geld, landerijen en kunstvoorwerpen. Voor raad en voorspraak bezoeken ze het klooster. Vaak laten ze hun nakomelingen er dopen. Gedurende een aantal eeuwen spelen de abten van het klooster een belangrijke rol bij gebeurtenissen in de Russische geschiedenis.

Na zijn dood wordt Sergij een van de meest vereerde heiligen van Rusland. Zijn graf in het Triniteitsklooster trekt veel pelgrims. De Mongolen hadden namelijk bij de verwoesting van het klooster in het begin van de 15de eeuw, het graf ongemoeid gelaten. Dit werd als een wonder beschouwd. Op feestdagen bedekt men zijn graf met een kostbare, geborduurde doek. Een aantal van deze doeken is bewaard gebleven, zoals deze, die geschonken is door de tsarina Irina Theodorovna Godunov, de echtgenote van tsaar Theodoor Ivannovitsj en zuster van de latere tsaar Boris Godunov (afbeelding onder).

catha3Het klooster is genoemd naar de Drie-eenheid, Troïza in het Russisch. De heilige Drievuldigheid wordt in de 15de eeuw het symbool voor de eenheid van Rusland en tevens een oproep tot menslievendheid en solidariteit. Om het mysterie van de Drie-eenheid te kunnen afbeelden. gebruikt men in Rusland het oudtestamentische verhaal van aartsvader Abraham. Hierin wordt verteld dat drie mannen hem voorzeggen dat hij een talrijk nageslacht zal krijgen hoewel Sara, zijn vrouw al op leeftijd is (Gen. 18, 1-15). Op het ikoontje uit het klooster van Sergiev Posad zijn Abraham en Sara zijn niet afgebeeld (afbeelding onder). De drie mannen, afgebeeld als engelen, zitten aan een ronde tafel, ieder met een bodestaf. Zij voorspellen de geboorte van Izaak. De mannen worden beschouwd als een manifestatie van de Drie-eenheid. De maaltijd die Abraham hen aanbiedt, wordt gezien als een prefiguratie van de eucharistie. De afbeelding op deze ikoon gaat terug op de beroemde ikoon die Andrej Rublev geschilderd heeft voor de ikonostase van de Triniteitskerk, de hoofdkerk van het klooster. De Troïza ikoon van Rublev wordt nu bewaard in de Tretjakov-galerij in Moskou en is tot op de dag van vandaag de Ikoon der ikonen.

De Troïza is ook de ikoon van het klooster. Als een soort logo vindt men de voorstelling overal in en op het klooster terug.

De twaalf feesten

Net als in de katholieke kerk van het westen worden belangrijke gebeurtenissen uit het leven van Christus en Maria als een belangrijke kerkelijke feestdag gevierd. In Rusland zijn dat de volgende twaalf feesten: Annunciatie (Maria Boodschap), Geboorte van Christus (Kerstmis), Opdracht van Christus in de tempel, Doop in de Jordaan, Gedaanteverandering op de Berg Thabor, Opwekking van Lazarus, Intocht in Jeruzalem (Palmpasen), Kruisiging (Goede Vrijdag), Nederdaling ter Helle (Pasen), Hemelvaart, Pinksteren en het Ontslapen van de Moeder Gods (Maria Hemelvaart). Deze feestenrij is ook in de ikonstase opgenomen. Daarnaast wordt op de feestdag zelf een zogenaamde lezenaar-ikoon in een plechtige processie de kerk binnengedragen en neergelegd op een lezenaar, die voor de ikonostase staat. Daar wordt het dan vereerd met kniebuigingen en kussen, eerst door de geestelijkheid en daarna door de gelovigen. De ikoon draagt de afbeelding van het feest: een heilige of een gebeurtenis uit het leven van Christus of Maria. Zo ligt er met Kerstmis een ikoon met de Geboorte van Christus op de lezenaar en op Hemelvaart een ikoon met de Hemelvaart van Christus. De liturgie van de Goede Week voor Pasen, waarin het lijden en sterven van Christus wordt herdacht, is bijzonder rijk. Op elke dag legt men een andere ikoon op de lezenaar, waarvan de voorstelling verband houdt met de schriftlezing van die dag.

De op de voorpagina afgebeelde ikoon van de Troïza is een onderdeel van een reeks van 12 kleine zogenaamde lezenaar-ikonen uit het tweede kwart van de 15de eeuw. Het zijn topstukken uit het kloostermuseum van Sergiev Posad en zijn juweeltjes van schildervaardigheid. De kleine tabletki zijn meestal zeer fijn uitgewerkt. Deze aandacht voor detail is te zien in de afbeelding van de ongelovige Thomas (afbeelding onder). Christus is door een gesloten deur binnengekomen in het huis waar de apostelen zich verborgen hebben. Hij staat op een voetenbankje met ontblote rechterborst. De ongelovige Thomas legt zijn vinger in de wond en is dan pas overtuigd van de opstanding van Jezus. Links en rechts staan de andere apostelen. Het rode velum op het dak van het gebouw geeft aan dat het zich binnenshuis afspeelt.

catha4De lezenaar-ikonen zijn niet groot. Ze zijn maar 23 bij 18 centimeter en zijn niet op hout geschilderd, zoals gebruikelijk is bij ikonen, maar op een met een krijtlaag geprepareerde doek. Ze waren daardoor handzaam, maar ook kwetsbaar. De lezenaar-ikonen waren ook in de 15de eeuw kostbare kleinoden. Ze werden opgeborgen in speciale kistjes bekleed met fluweel of brokaat en versierd met zilverbeslag.

Ikonen van de Moeder Gods

Maria is zowel in het oosten als in het westen de meest vereerde heilige. De uitzonderlijke verering van de Moeder Gods is het gevolg van haar bijzondere positie. Door haar is Christus mens geworden en heeft Hij de mensheid kunnen verlossen. Geen andere heilige is daarom zo vaak afgebeeld op ikonen als Maria. Alleen al in Rusland zijn 200 varianten van haar afbeelding bekend. Van de vele typen zijn er een aantal die men vaker aantreft. Zes hiervan zijn op de tentoonstelling te zien. Ze hebben elk hun eigen naam die in Rusland soms verband houdt met een stad, waar de oorspronkelijke ikoon grote verering genoot. Zo wordt de Moeder Gods Hodigitria in Rusland vaak Smolenskaja genoemd naar de stad Smolensk, waar eeuwenlang een Byzantijnse ikoon van dit type werd vereerd. De Hodegetria is een formele afbeelding van Maria met Kind. Er is geen emotionele band tussen Moeder en Kind te bespeuren.

Bij de Eleousa of Umilenije daarentegen zijn Moeder en Kind in een liefkozende omhelzing afgebeeld. De bekendste ikoon van dit type is de Moeder Gods Vladimirskaja. Zij is genoemd naar stad Vladimir, waar sinds de 12de eeuw een dergelijke ikoon wordt vereerd. Deze was gemaakt in Constantinopel rond 1100. In 1135 werd de ikoon naar Kiëv gebracht en in 1155 naar Vladimir, een plaats 500 km ten oosten van Moskou. In 1395 werd Moskou omsingeld door de Mongolen. In een processie voert men de Vladimirskaja, zoals de ikoon ook wel wordt genoemd, naar Moskou. Wanneer de processie met de ikoon nadert, breken de Mon-golen het beleg op. De ikoon wordt daarna niet naar Vladimir teruggebracht, maar ondergebracht in de kathedraal van het Kremlin. Sindsdien is de Vladimirskaja de beschermheilige van Rusland. De Revolutie van 1917 maakt daar een einde aan. Samen met de Troïza van Rublev wordt ze nu in de Tretjakov-galerij bewaard.

catha5Van de Moeder God van Vladimir zijn ontelbare kopieen gemaakt, waaronder bovenstaande ikoon uit de 15de eeuw (afbeelding boven]. Het Kind vleit zijn wang tegen gelaat van zijn Moeder; Mariaís gelaat heeft een melancholische uitdrukking alsof zij het lijden dat haar zoon te wachten staat voorvoelt. Haar gezicht heeft opvallende dunne langwerpige ooglijnen, een fijne neus en een kleine elegante mond.

Heilige Nicolaas

Daar de gelijkenis met het beeld voor de ikoon het uitgangspunt is, werken de ikonenschilders in de regel naar voorbeelden van hun voorgangers. Later maken zij ook gebruik van voorbeeldboeken. Hierin waren voor iedere dag van het jaar de heiligen of kerkelijke feestdagen opgenomen, met hun voortekeningen, de juiste inscriptie, de kleur van de gewaden en de achtergrond. Op de tentoonstelling zijn een aantal ikonen met de afbeelding van de heilige Nicolaas. Nicolaas is een van de meest vereerde heiligen in Rusland en wordt meestal ten halve lijve afgebeeld met felonion (kazuifel) en omforion (bisschoppelijke stola). Ook een ikoon met Nicolaas, afgebeeld ten voeten uit komt voor zoals de ikoon van Nicolaas van Zarajsk waar de heilige met gespreide armen staat. Een bijzonder exemplaar is deze uit het Triniteitsklooster (afbeelding onder). In de rand van deze Nicolaas-ikoon zijn heiligen afgebeeld. De Troïza duidt erop dat de ikoon voor dit klooster bestemd was. Een speciale plaats in de rij van heiligen en martelaren wordt ingenomen door de patroonheiligen van Tsaar Fedor Iannovic en van zijn vrouw tsarina Irina Feodorovna Godunov en van hun dochter Theodosia. Waarschijnlijk hebben de tsaar en zijn vrouw de ikoon aan het klooster geschonken als dank voor de geboorte van hun langverwachte kind. Theodosia betekent ‘Godsgeschenk’.

catha6Een ikoon met Nicolaas de wonderdoener uit het Rublevmuseum lijkt zeer op de vorige maar in plaats van heiligen op de ikoon zijn scËnes uit het leven van de heilige Nicolaas opgenomen. Ikonen met het leven van Sint Nicolaas vindt men in Rusland vanaf de 13de-14de eeuw. Nicolaas, bisschop van Myra in LyciÎ (westkust van huidige Turkije), leefde in de vierde eeuw na Christus. In Rusland waar Nicolaas een typische nationale inkleuring kreeg, was zijn verering als beschermer en helper in nood wijd verspreid.

Andronikovklooster

In het Andronikovklooster in Moskou is het Rublevmuseum gevestigd, waaruit ook 30 van de geexposeerde ikonen afkomstig zijn. Het museum is genoemd naar de ikonenschilder Rublev, de Rembrandt onder de Russische ikonenschilders. Omstreeks 1400 leefde hij als monnik in dit klooster. Zijn ikonen hebben veel navolging gehad, zoals een aantal schilderingen uit het Sergiev Posadklooster al hebben laten zien. Tot in onze eeuw is het Andronikov-klooster in gebruik maar in 1917 wordt het gesloten en geplunderd. Jarenlang worden de gebouwen verwaarloosd totdat men in 1947 besluit in het klooster een ikonenmuseum te vestigen. Veel van de ikonen in de collectie zijn afkomstig uit kleine provinciale musea en kerkjes, waar men niet goed in staat was voor deze kwetsbare kunstwerken te zorgen. Dertig daarvan sieren nu onze expositie. Veel van de ikonen in het Rublevmuseum zijn afkomstig uit een ikonostase, de scheidingswand in de kerk tussen de ruimte van de gelovigen en het koor, slechts toegankelijk voor geestelijken. Achter de ikonostase wordt de liturgie gevierd.

catha7Uit het Rublevmuseum komende vier imponerende ikonen uit een Deësisrij. De Deësisrij is in de ikonostase de tweede rij boven de toegangsdeuren. Het centrum van de rij is de afbeelding van Christus Pantocrator (afbeelding boven). De iconografie is typisch Russisch: Christus is afgebeeld als de alheerser met in zijn linkerhand het evangelieboek en de rechterhand in een spreekgebaar. Hij zit op een grote troon. Een grote drievoudige mandorla omgeeft hem. De centrale rode ruit, het blauwe ovaal met cherubijnen en de rode rechthoek symboliseren het heelal. De rechthoek is de aarde die door het evangelie gekerstend is, het blauwe ovaal is de hemel en de rode ruit is het hemels vuur, de hemel der hemelen waar God woont. De ikoon geeft goed aan wat de eigenlijke functie van ikonen is: ikonen maken het onzichtbare zichtbaar. De ikoon van Christus Pantocrator is geen afbeelding, maar veeleer een venster waardoor wij hem zelf zien. Het menselijke beeld is doordrongen van een goddelijke schoonheid, die niet van deze wereld is. Wat is afgebeeld is niet een mens in de gewone, lichamelijke betekenis maar een visioen van een menselijke natuur zo transparant dat het licht van de goddelijke natuur er doorheen schijnt. Ikonen zijn daardoor een middelaar tussen de hemel en de aarde. Op de tentoonstelling zijn nog drie andere ikonen uit diezelfde rij te zien: de Moeder Gods, die het het Nieuwe Testament vertegenwoordigt, Johannes de Voorloper, die in de Westerse wereld de Doper wordt genoemd en het Oude Testament symboliseert, en de aartsengel Gabriël.

catha8Uit de ikonostase van de kathedraal van Aleksandrova is een Moeder Gods ikoon (afbeelding boven) afkomstig. Het is een Oemilenij-type en gaat terug op een kleine ikoon die aan het eind van de 14de eeuw door een in Constantinopel opgeleide kunstenaar is geschilderd. Ikonen van het type Moeder en Kind waarbij het Kind de met zijn hand de kin van zijn Maria aanraakt, kwamen veel voor in het Rusland van de 15de en 16de eeuw. Kleine huis-ikonen met deze voorstelling werden gebruikt om bij te bidden, vooral door vrouwen. Er werd om genezing van zieken en bescherming van het gezin gebeden. Hoewel deze ikoon van de Moeder Gods geen huis-ikoon is, werd er wel door de schenkster vurig bij gebeden. De ikoon is waarschijnlijk in opdracht van de eerste vrouw van de grootvorst Vasilij III van Moskou (1504-1533) geschilderd. Het huwelijk was kinderloos en de tsarina hoopte door middel van het schenken van deze ikoon de hemel te vermurwen. Dat hielp echter niet. In 1525 werd de vorstin gedwongen het klooster in te gaan. De tsaar huwde opnieuw en uit dit tweede huwelijk werd de latere tsaar Iwan de Verschrikkelijke geboren.

De kunstvoorwerpen uit de drie Russische musea bieden niet alleen een overzicht van de kunst in de 15de en 16de eeuw uit het hart van Rusland, maar gunnen ons ook een blik in het hart van de Russen zelf. De ikonen genieten vandaag de dag weer evenveel verering als in de bloeitijd van Moskou, zo’n 500 jaar geleden.

Afbeeldingen bij het artikel over de expositie ‘Uit het hart van Rusland’:

Frans van der Vrande, Kaart van Rusland (uit: Ikonen uit Nederlands bezit, catalogus Museum Catharijneconvent 1991, p. 6)

Sergiev van Radonez, Triniteitsklooster tweede helft 16de eeuw. Museum Sergiev Posad, inv. Nr. 4957

Grafdoek van Sergiev van Radonez, Rusland omstreeks 1560-1580. Museum Sergei Posad, inv.nr. 401

Troïza, lezenaar-ikoon, Tver tweede kwart 15de eeuw Museum Sergei Posad, inv. nr. 2765, 2766, 2769. De feestdag van de Drie-eenheid wordt gevierd op de zevende zondag na Pasen.

Ongelovige Thomas, lezenaar-ikoon, Tver tweede kwart 15de eeuw. Museum Sergei Posad, inv. nr. 2765, 2766, 2769

Moeder Gods van Vladimir, Moskou 15de eeuw. Museum Sergiev Posad, inv. Nr. 4964

Nicolaas met heiligen, Triniteitsklooster rond 1592. Museum Sergiev Posad, inv. nr. 5605. De rijk versierde ikoon is waarschijnlijk afkomstig uit een kleine ikonostase in een van de vele kerken van het Triniteitsklooster.

Christus Pantocrator, Rostov, eind 15de eeuw. Rublev Museum, inv.nr. Kp. 323

Moeder Gods Oemilinij, Moskou omstreeks 1513. Rublev Museum, inv. nr. Kp. 4374

947