Zou u deze platen gebruiken voor het schilderen van een ikoon?
Zou u zaken aanvullen, of juist niet overnemen?
Nummer 1
Deze oude Russische ikoon kan zeker worden nagevolgd. Alleen gaat het niet om Jacobus, maar om Jacob – die van de Ladder. Op de afbeelding staat in het Kerkslavisch ‘JACOBE’, en de uitgever van het boek waarin de illustratie was opgenomen heeft zich dus vergist in wie het is.
Nummer 2
Dit is een tekeningetje dat Robert de Caluwé ooit maakte als ontwerp voor een stempel. Het stelt de ontmoeting van Christus met de Emmaüsgangers voor. De tekening kan zeker gevolgd worden, maar dan zal er uiteraard wel een titel aan toegevoegd moeten worden – bij voorkeur in de landstaal van degene die de ikoon zal gebruiken. In ons land dus: ‘De Emmausgangers’.
Nummer 3
Dit is geen ikoon, maar een fragment van een ikoon. Fragmenten behoren niet te worden nageschilderd, het gaat om de hele afbeelding, en niet om een deel ervan.
Nummer 4
Dit is een fragment van een ikoon, dus dat is hoe dan ook niet juist. Ook is er een grappig detail dat zeker niet moet worden overgenomen. De ikoonschilderes heeft een afgebladderd stukje goud als hoedje aangezien. Het is te zien in de aureool van Johannes de Voorloper, de figuur middenboven.
Nummer 5
Bovenstaande ikoon van de Moeder Gods van het Teken kan zo niet nagevolgd worden, want de foto is – zoals vaker voorkomt in boeken – spiegelverkeerd afgedrukt. Dit is te zien aan de hand van Christus Immanuel: hij zegent met de linkerhand en dat klopt niet. Als de tekens zichtbaar waren (maar die zijn door restauratie van deze ikoon helaas verdwenen) zou dat waarschijnlijk sneller opgevallen zijn…
Nummer 6
Welke onderdelen van deze ikoon ontbreken en zouden dus moeten worden aangevuld? Op de nogal beschadigde ikoon mist in elk geval de staf in de hand van de Hl. Aartsengel Gabriël. De Moeder Gods behoort een rode draad in de hand te hebben, en ook die is op deze ikoon niet zichtbaar. Die rode draad loopt van de klos in haar linkerhand, over haar rechterhand, onzichtbaar weg. Verder is de rode doek die het tafereel bedekt ook grotendeels verdwenen. Het zijn elementen die een ikoonschilder die deze ikoon navolgt opnieuw zal moeten plaatsen, evenals uiteraard de beschrifting.
Nummer 7
Nee, deze kerstwens van Pater Robert de Caluwé kan natuurlijk niet zo worden overgenomen. Vader Robert speelt graag doedelzak en hij is op jaren, maar het mag worden betwijfeld of hij bij Christus’ geboorte aanwezig heeft kunnen zijn.
Nummer 8
Wie zich aan de traditie houdt, schildert niet wat niet door mensenogen gezien is. God de Vader is nooit aanschouwd, maar werd ervaren als bries, als zucht, enz. maar niet als menselijke figuur. De beschrijving van hem als wijze oude man komt uit een visioen van Daniël, maar dan gaat het dus om een visioen. Tijdens het Stoglav-concilie in Moskou (1551) is besloten dat nieuwtestamentische Triniteitsvoorstellingen als deze niet langer zijn toegestaan.
Nummer 9a
Deze Engelikoon is traditiegetrouw geschilderd en is dus een voorbeeld van een goed na te volgen ikoon.
Nummer 9b
Tja, ikonen van Robert Lenz haal je er direkt uit. Het gaat om nieuwe thema’s zoals hier van Maria Magdalena. Toch is de ikoon heel traditioneel geschilderd en zou dus nagevolgd kunnen worden.
Nummer 10
Deze ikoon van de Heilige Drie-Eenheid, een Paternitas, toont ook God de Vader en is dus in principe niet toegelaten. Ondanks dat wordt deze ikoon toch dikwijls vereerd (ondermeer in onze Sint Jan in Den Bosch). Zie ook de tekst bij ikoon 10.
Nummer 11
Deze Moeder Gods ikoon is sterk geïnspireerd door het westen en wordt tegenwoordig – ook in de Russische kerken – niet meer gezien als navolgbare voorbeelden. De kroon van Maria is een voorbeeld van een niet Byzantijns-orthodoxe uitbeelding.
Hiermee zijn we door onze voorraad vragen heen. Heeft u nog leerzame voorbeelden die voor deze rubriek zouden kunnen worden gebruikt? Stuur ze dan svp op – graag!